-
1 lodge
n. hut; tijdelijke schuilplaats; hotel in een vakantiegebied; bureau--------v. wonen, inwonen; logeren; overnachten; slapen; voeden; prikken, geprikt worden; serveren; voorstellen; deponeren; volmachtenlodge1[ lodzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————lodge21 verblijven ⇒ (tijdelijk) wonen, logeren2 vast komen te zitten ⇒ blijven steken/zitten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 onderdak geven ⇒ logeren, (tijdelijk) huisvesten2 bevatten3 plaatsen ⇒ (vast)zetten, leggen♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Liste des monuments historiques de Grobbendonk — Cette page regroupe l ensemble des monuments classés de la ville de Grobbendonk dans la province d Anvers en Belgique. Objet Statut du classement? Année de construction/architecte sous commune Adresse Coordonnées Numéro d inventaire Illustr … Wikipédia en Français