-
1 upper
adj. bovenste; op hoger liggend gebied, binnenland--------n. pepmiddelupper1[ uppə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————upper21 hoger ⇒ boven-, opper-2 meer noordelijk/landinwaarts/stroomopwaarts gesitueerd ⇒ hoger gelegen3 belangrijker ⇒ hoger geplaatst, superieur♦voorbeelden:upper lip • bovenlipUpper Chamber • Hogerhuishave/get/gain the upper hand of • de overhand hebben/krijgen/nemen opthe Upper House • het Hogerhuis; Senaat, Eerste Kamer〈 voornamelijk formeel〉 the upper regions • de hogere regionen, de lucht -
2 doper
doper [doppee]1 een stimulerend middel, pepmiddel geven ⇒ dopen2 〈 figuurlijk〉pep, een kik geven aan♦voorbeelden:1 een stimulerend middel, pepmiddel nemenv1) drogeren, een stimulerend middel geven2) oppeppen -
3 взбадривающее средство
vgener. pepmiddelRussisch-Nederlands Universal Dictionary > взбадривающее средство
-
4 тонизирующее средство
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > тонизирующее средство
-
5 stimulant
-
6 dopant
-
7 un stimulant
un stimulantstimulerend middel, pepmiddel, peppil; 〈 figuurlijk〉stimulans, prikkel, oppepper -
8 Aufputschmittel
-
9 Reizmittel
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский