-
1 pauzeren
-
2 pauzeren
-
3 pauzeren
I.Pause machenII.pausieren -
4 pauzeren
v. pause -
5 pauzeren
-
6 pauzeren
• to pause -
7 pauzeren
-
8 pauzeren
1) uppehåll2) paus3) rast -
9 pauzeren
ara vermek [-ir] v -
10 vijf minuten pauzeren
vijf minuten pauzeren -
11 even(tjes) pauzeren
even(tjes) pauzerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > even(tjes) pauzeren
-
12 vijf minuten pauzeren
vijf minuten pauzerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vijf minuten pauzeren
-
13 rusten
I.ruhenII.[pauzeren]rastenIII.[uitrusten]ausruhenIV.[uitrusten]sich ausruhen -
14 schaften
-
15 schaften
1 [eten] eat ⇒ take a/one's meal2 [pauzeren] break (for lunch/dinner)♦voorbeelden:je hebt hier niets te schaften • you've no business here
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский