-
1 leech
n. bloedzuiger; parasiet, iemand die parasiteert; dokter (slang)--------v. aderlaten met bloedzuigers, bloedzuigers aanleggen/zetten; genezen/helen[ lie:tsj]♦voorbeelden:¶ cling/stick like a leech (to) • niet weg te branden/slaan zijn (bij) -
2 parasite
n. parasiet[ pærəsajt]♦voorbeelden: -
3 sponge
n. spons; Moskovisch gebak; parasiet (mens)--------v. afsponsen; weg-, uit-, afwissen, wissen, klaplopensponge1[ spundzj]1 spons♦voorbeelden:————————sponge2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 he always manages to sponge some money from her • hij ziet altijd kans om wat geld van haar los te krijgen -
4 hyperparasite
n. hyperparasiet (parasiet die ten koste van een andere parasiet leeft) -
5 hyperparasitic
adj. Hyperparasitisch (bij biologie - leeft als parasiet op ander parasiet) -
6 hyperparasitism
n. hyperoparasitisme (in biologie-uitbuiten van parasiet door parasiet) -
7 epiphyte
n. plant die op een andere plant groeit maar geen parasiet is[ eppiffajt] -
8 freeloader
n. parasiet, klaploper, profiteur1 klaploper ⇒ profiteur, bietser -
9 guest
n. gast; uitgenodigd; gevraagd; (in computers) gast toegang, de mogelijkheid van toegang tot een computer, op het Internet of op een lokaal netwerk zonder wachtwoord; een parasiet (zoologie)[ gest]♦voorbeelden: -
10 hanger-on
-
11 nit
n. neet (ei van een parasiet, luis); domoor (slang)[ nit] -
12 salmonella
n. salmonella (ingewanden parasiet)[ sælmənellə] 〈meervoud: ook salmonella, salmonellae [-lie:]〉 -
13 scrounger
-
14 tapeworm
-
15 acanthocephalan
n. parasiet behorende tot het stekende soort -
16 acarid
n. acarus (soort parasiet, mijt) -
17 acaridae
n. familie van de acaridae (soort parasiet) -
18 acaridan
adj. acaridaan, behoort tot acariden soort (een soort parasiet) -
19 acarophobia
n. acarophobie (ziekelijke angst voor een soort huid parasiet) -
20 acarus
n. acarus (soort parasiet)
См. также в других словарях:
Parasit — Sm Schmarotzer erw. fach. (15. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. parasītus (auch: Tischgenosse ), dieses aus gr. parásītos (eigentlich mit einem anderen essend ), zu gr. sĩtos Speise und gr. para . Die wertfreie Bedeutung Tischgenosse erhält die… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache