-
81 een medicijn om de pijn te stillen
een medicijn om de pijn te stillenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een medicijn om de pijn te stillen
-
82 een niet gelokaliseerde pijn
een niet gelokaliseerde pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een niet gelokaliseerde pijn
-
83 een stekende pijn
een stekende pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stekende pijn
-
84 een stomvervelende figuur
een stomvervelende figuurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stomvervelende figuur
-
85 een stuk ongeluk
een stuk ongelukVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stuk ongeluk
-
86 een van pijn verwrongen gezicht
een van pijn verwrongen gezichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een van pijn verwrongen gezicht
-
87 een zeurende pijn
een zeurende pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zeurende pijn
-
88 eikelen
-
89 flauwvallen van de pijn
flauwvallen van de pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > flauwvallen van de pijn
-
90 flauwvallen
2 [figuurlijk] [in(een)zakken] wilt♦voorbeelden: -
91 gek/vertrokken/het uitschreeuwen van de pijn
gek/vertrokken/het uitschreeuwen van de pijnhalf-crazed/drawn/cry out with painVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gek/vertrokken/het uitschreeuwen van de pijn
-
92 het gezicht van pijn vertrekken
het gezicht van pijn vertrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gezicht van pijn vertrekken
-
93 het uitbrullen van de pijn
het uitbrullen van de pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het uitbrullen van de pijn
-
94 het uitschreeuwen van pijn
het uitschreeuwen van pijncry out/yell/bellow with painVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het uitschreeuwen van pijn
-
95 hevige pijn lijden
hevige pijn lijdensuffer/be in terrible painVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hevige pijn lijden
-
96 hij gilde het uit van de pijn
hij gilde het uit van de pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij gilde het uit van de pijn
-
97 hij is toch zo'n etter
hij is toch zo'n etterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is toch zo'n etter
-
98 hij is werkelijk onuitstaanbaar
hij is werkelijk onuitstaanbaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is werkelijk onuitstaanbaar
-
99 hij kreunde van pijn
hij kreunde van pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kreunde van pijn
-
100 hij krijste het uit van de pijn
hij krijste het uit van de pijnhe screamed/squealed with painVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij krijste het uit van de pijn
См. также в других словарях:
pain — pain … Dictionnaire des rimes
pain — [ pɛ̃ ] n. m. • 1050; pan 980; lat. panis 1 ♦ Aliment fait de farine, d eau, de sel et de levain, pétri, fermenté et cuit au four (le pain, du pain); masse déterminée de cet aliment ayant une forme donnée (un pain). Pâte à pain. Faire du pain.… … Encyclopédie Universelle
pain — PAIN. s. m. Aliment ordinaire fait de farine pestrie & cuite. Bon pain. mauvais pain. pain bis. pain blanc, bis blanc. pain noir. pain tendre. pain frais. pain rassis. pain dur. pain salé. pain sans levain. pain de froment. pain de segle. pain d… … Dictionnaire de l'Académie française
pain — Pain, Panis. Pain blanc, Panis primarius, Candidus panis. Pain bourgeois, gros pain, Panis secundarius, siue secundus, Cibarius panis, Panis ciuilis, B. Pain bis dont on n a pas osté beaucoup du son, Pain de la fenestre, Ater panis, Autopyron.… … Thresor de la langue françoyse
Pain — Saltar a navegación, búsqueda Para el personaje de anime y manga, véase Pain (Naruto). Pain Información personal … Wikipedia Español
pain — n 1 Pain, ache, pang, throe, twinge, stitch are comparable when they mean a bodily sensation that causes acute discomfort or suffering. Pain may range in its application from a sensation that makes one uneasily aware of some bodily disturbance or … New Dictionary of Synonyms
pain — (p[=a]n), n. [OE. peine, F. peine, fr. L. poena, penalty, punishment, torment, pain; akin to Gr. poinh penalty. Cf. {Penal}, {Pine} to languish, {Punish}.] 1. Punishment suffered or denounced; suffering or evil inflicted as a punishment for crime … The Collaborative International Dictionary of English
Pain — Фестиваль Rock The Lake 2007 … Википедия
pain — n 1: punishment 2 a: physical discomfort associated with bodily disorder (as disease or injury) b: acute mental or emotional suffering pain·less adj pain·less·ly adv … Law dictionary
pain — ► NOUN 1) a strongly unpleasant bodily sensation such as is caused by illness or injury. 2) mental suffering or distress. 3) (also pain in the neck or vulgar slang pain in the arse) informal an annoying or tedious person or thing. 4) (pains)… … English terms dictionary
Pain — Pain, v. t. [imp. & p. p. {Pained} (p[=a]nd); p. pr. & vb. n. {Paining}.] [OE. peinen, OF. pener, F. peiner to fatigue. See {Pain}, n.] 1. To inflict suffering upon as a penalty; to punish. [Obs.] Wyclif (Acts xxii. 5). [1913 Webster] 2. To put… … The Collaborative International Dictionary of English