-
1 paartje
-
2 paartje
-
3 een vrijend paartje
een vrijend paartje -
4 een pas getrouwd paartje
een pas getrouwd paartjea newly wed couple, newly-wedsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een pas getrouwd paartje
-
5 stelletje
♦voorbeelden:1 wat een stelletje idioten! • quelle bande d'idiots!stelletje schoften! • tas de salauds! -
6 vrijen
1 [minnekozen] flirter2 [geslachtsgemeenschap hebben] faire l'amour♦voorbeelden:die twee zitten lekker te vrijen • ces deux-là n'arrêtent pas de se bécoter -
7 koppel
I 〈de〉1 [draagriem] (sword) belt2 [hondenriem] leashII 〈 het〉2 [paartje] couple4 [natuurkunde] couple♦voorbeelden: -
8 stelletje
1 [pejoratief] [zootje] bunch2 [paartje] couple, pair♦voorbeelden:een stelletje ongeregeld • a disorderly bunch
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский