-
41 einen Gang zurückschalten
het kalmer aan doen, gas terugnemenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Gang zurückschalten
-
42 ich habe noch einen Gang in die Stadt
ich habe noch einen Gang in die StadtWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich habe noch einen Gang in die Stadt
-
43 jemanden auf seinem letzten Gang begleiten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden auf seinem letzten Gang begleiten
-
44 seinen letzten Gang tun
-
45 een slungelige gang - расхлябанная походка
adjgener. slungelachtigRussisch-Nederlands Universal Dictionary > een slungelige gang - расхлябанная походка
-
46 press-gang
ronselaarsbende -
47 terror gang
terroristengroepering, terroristenbende -
48 terrorist gang
terroristenbende -
49 solderless gang construction
rijconstructieEnglish-Dutch technical dictionary > solderless gang construction
-
50 to gang
verenigen -
51 tuning gang
afstemcondensator -
52 en gång
1) op een keer2) eens -
53 коридор
gang, corridor -
54 поступь
gang, stap -
55 походка
gang, loop, manier van lopen -
56 run
ganglaslaaglasrupsmachinegangrunverwerkingsgang -
57 swing
n. geschommel; geslinger; vaart; slinger, omslag--------v. slingeren; zich met een vaart voortbewegenswing1[ swing]1 schommel♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what one loses on the swings one makes up on the roundabout • men moet de bluts tegen de buil stellen1 schommeling ⇒ zwaai, slingerbeweging♦voorbeelden:the swing of the pendulum • de wisseling(en) van het lotswing in prices • prijzenschommelinggive full/free swing to • de vrije teugel laten1 actie ⇒ vaart, gang♦voorbeelden:1 in full swing • in volle actie/gangget into the swing of things • op dreef komen————————swing22 swingen♦voorbeelden:3 swing for it • ervoor gestraft/gehangen worden1 slingeren ⇒ schommelen, zwaaien♦voorbeelden:swing to and fro • heen en weer schommelen2 swing round • (zich) omdraaien, omgooien1 beïnvloeden ⇒ bepalen, manipuleren♦voorbeelden:swing it • het klaarspelen, het voor elkaar brengenwhat swung it was the money • wat de doorslag gaf, was het geld -
58 train
train [trẽ]〈m.〉1 trein ⇒ spoortrein, spoor2 gang ⇒ (ver)loop, vaart3 reeks ⇒ sleep, (maatregelen)pakket♦voorbeelden:1 train à grande vitesse • hogesnelheidstrein, flitstrein, supertreintrain direct • doorgaande trein, sneltreintrain express • sneltrein, expres(trein)train omnibus • stop-, boemeltreinle train de Paris • de trein uit, naar Parijs2 aller, mener un train d'enfer • gevaarlijk hard, razendsnel rijdenun train de sénateur • een plechtstatige tredaller, mener bon train • een flinke vaart hebben, snel gaanmener bon train qc. • ergens vaart achter zettenaller (son) petit train • kalmpjes aan doen, rustig verder gaanmettre qc. en train • iets op gang brengen, ergens mee beginnenau train dont, du train où vont les choses • zoals de zaken nu gaanen train • bezig, aan de gang, actief, op dreefje ne suis pas en train • ik ben niet erg in vorm, ik voel me niet besten train de 〈+ onbepaalde wijs〉 • bezig te, in de stemming omtrain de pneus • bandenwerktrain routier •〈 vrachtwagencombinatie〉train arrière, avant • achter-, voorstel5 〈 informeel〉 se manier le train • voortmaken, zich haasten, er vaart achter zetten, zijn kont roeren¶ train de maison • huispersoneel, huishoudingtrain de vie • leven(swijze), levensstandaardmener grand train • op grote voet leven〈 informeel〉 filer le train à qn. • iemand achter zijn gat lopen, iemand op de hielen zitten, iemand op de voet volgenmonter dans le train (en marche), prendre le train (en marche) • zich (achteraf) aansluiten, mee gaan doen1. m1) rij2) trein3) gang, vaart4) reeks5) onderstel [voertuig]6) kont, achterste2. en trainmbezig, aan de gang -
59 marche
marche [maarsĵ]〈v.〉1 (het) lopen ⇒ (het) wandelen, (het) marcheren2 manier van lopen ⇒ loop, gang3 werking ⇒ beweging, gang4 verloop ⇒ beloop, loop5 trede ⇒ afstapje, opstapje♦voorbeelden:à une heure de marche • op één uur gaansfaire de la marche (à pied) • wandelen, wandelingen makenmarche arrière, avant • achter-, vooruit3 machine en état de marche • machine die het doet, die werktvoyager dans le sens de la marche • vooruitrijdenla bonne marche du service • het goed functioneren van de dienstmettre en marche • in beweging zetten, aan de gang brengen, aanzettense mettre en marche • zich in beweging zettentrain en marche • rijdende trein5 descendre, monter les marches • de trap af-, oplopenattention à la marche! • denk om het afstapje!marche funèbre • treurmarsfermer la marche • achteraanlopenouvrir la marche • voorop, vooraan lopenen avant, marche! • voorwaarts, mars!¶ les Marches • de Marche, de Markenf1) loop, gang2) (het) lopen, wandelen3) werking, beweging4) verloop, beloop5) trede, opstapje6) mars7) voetspoor [dier] -
60 Fluss
〈m.; Flusses, Flüsse〉2 〈 figuurlijk〉gang, (ver)loop♦voorbeelden:1 alle Flüsse laufen ins Meer • (a) alle wegen leiden naar Rome; (b) alle rivieren monden in zee uitüber einen Fluss setzen • een rivier overstekender Fluss der Rede • de woordenvloedder Fluss des Verkehrs • de verkeersstroomim Fluss sein • in ontwikkeling, aan de gang zijnein Gespräch in Fluss bringen • een gesprek op gang brengenin Fluss geraten, kommen • op gang, op dreef geraken, komen
См. также в других словарях:
Gang — Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang board — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang cask — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang cultivator — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang days — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang drill — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang master — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang plank — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang plank — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang plow — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English
Gang plow — Gang Gang, n. [Icel. gangr a going, gang, akin to AS., D., G., & Dan. gang a going, Goth. gaggs street, way. See {Gang}, v. i.] 1. A going; a course. [Obs.] [1913 Webster] 2. A number going in company; hence, a company, or a number of persons… … The Collaborative International Dictionary of English