-
1 surpeuplé
-
2 comble
comble1 [kõbl]〈m.〉♦voorbeelden:pour comble d'infortune, de malheur • tot overmaat van rampc'est le comble, c'est un comble! • dat is het toppunt!→ fond————————comble2 [kõbl]♦voorbeelden:→ salle1. m1) toppunt, uiterste2) kap(constructie), dak2. adjovervol, propvol -
3 déborder
déborder [deebordee]1 overlopen ⇒ overvol zijn, overstromen♦voorbeelden:cet enfant déborde de vie et de santé • dat kind is zeer levendig en blaakt van gezondheidje suis débordé (de travail) • ik ben overstelpt met werk, ik heb het razend druk→ goutteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitsteken uit, buiten, boven♦voorbeelden:v1) overstromen2) uitsteken (boven, buiten)3) lostrekken, afhalen [dekens]4) omtrekken [leger] -
4 pléthorique
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский