-
1 carry conviction
-
2 conviction
n. erkenning; oordeel; overtuiging[ kənviksjn]1 veroordeling ⇒ schuldigbevinding/verklaring2 (innerlijke) overtuiging ⇒ overtuigdheid, (vaste) mening♦voorbeelden:speak from/without conviction • uit/zonder overtuiging spreken -
3 plausibleness
n. aannemelijkheid; bedrieglijk overtuigend zijn (betreffende mensen) -
4 weak
adj. slap, zwak; breekbaar[ wie:k]4 waterig♦voorbeelden:have a weak head • zwakzinnig zijngo weak at the knees • slappe knieën krijgen 〈 met betrekking tot verliefdheid〉; op zijn benen staan te trillen 〈 van angst〉weak at/in physics • zwak/minder goed in natuurkundehave a weak spot for • een speciaal plekje in zijn hart hebben voor
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский