-
61 to match
afsluitencorresponderenovereenkomenovereenstemmenpassen bijselectief collationerenvergelijken -
62 akkordieren
akkordieren1 accorderen, overeenkomen♦voorbeelden:¶ 〈onovergankelijk werkwoord; wederkerend werkwoord〉 (sich) mit jemandem akkordieren • met iemand een (loon)overeenkomst sluiten -
63 das Honorar ausmachen
-
64 einen Preis abmachen
-
65 erhandeln
erhandeln1 door handelen verwerven ⇒ aankopen, verwerven2 door onderhandelingen tot stand brengen, overeenkomen -
66 festmachen
festmachen1 (af)meren, aanleggenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vastleggen ⇒ bepalen, overeenkomen♦voorbeelden: -
67 gleichkommen
gleichkommen2 overeenkomen, gelijkstaan met♦voorbeelden:1 jemandem gleichkommen • iemand evenaren, tegen iemand op kunnenjemandem an Fleiß gleichkommen • iemand in vlijt evenaren2 das kommt einer Absage gleich • dat staat gelijk met, betekent zoveel als een weigering -
68 parallelisieren
parallelisieren -
69 reimen
-
70 vereinbaren
vereinbaren2 〈 meestal met ontkenning〉overeenbrengen, in overeenstemming brengen -
71 übereinkommen
-
72 übereinstimmen
Страницы
См. также в других словарях:
passen — Als Vergleich für Nicht Zusammenpassendes hat die Volkssprache eine Fülle von Sprachbildern parat, wie z.B.: Das paßt nicht in seinen Kram; Das paßt{{ppd}} ›wie das fünfte Rad am Wagen‹,{{ppd}} ›Wie der Kirchturm zum Mantel‹,{{ppd}} ›Wie … Das Wörterbuch der Idiome