-
1 перевезти
overbrengen, transporteren, vervoeren -
2 перевозить
overbrengen, transporteren, vervoeren -
3 перенести
overbrengen, verplaatsen ; uitstellen, verdagen ; uithouden, verdragen -
4 переносить
overbrengen, verplaatsen ; uitstellen, verdagen ; uithouden, verdragen -
5 передать
overgeven, doorgeven, overbrengen ; uitzenden ; mededelen -
6 передавать
overgeven, doorgeven, overbrengen ; uitzenden ; mededelen -
7 доносить
v1) gener. aanbrengen, klikken, overbrengen, overdragen, (iem.) erbij lappen, aangifte doen, berichten, verklikken2) liter. aandragen, aansjouwen3) milit. rapporteren4) law. aangeven (на кого-л.) -
8 испытывать
vgener. beleven, beproeven, invliegen (самолёт), keuren, ondervinden, onderzoeken, proberen, tegenkomen (что-л.), tenteren, beethebben (что-л.), doormaken, eksamineren, ervaren, examineren, medemaken, meeleven, meemaken, ondergaan, overbrengen, testen, toedragen, toetsen, (на полигоне) uitproberen -
9 переводить
vgener. (на более высокую должность) promoveren (tot), bevorderen (из одного класса школы в другой), doortrekken (рисунок на кальку, через копирку и т.п.), overbrengen, overzetten (на другой язык), verhalen (дыхание), verplaatsen, vertolken, omrekenen (одну меру в другую), overmaken, overplaatsen (на другую должность, работу), overzenden, vertalen -
10 перевозить
v1) gener. overrijden (через), rijden, overbrengen, overhalen, overvoeren, overzetten, vervoeren, voeren2) navy. vervrachten (грузы) -
11 передавать
vgener. overbrengen (привет и т.п.), overdragen, overgeven, overleveren (из поколения в поколение), uitzenden (по радио, по телевидению), vertolken, afgeven, communiceren, doorgeven, mededelen, meedelen, overhandigen, overreiken, reiken, relayeren (по радио), ter hand stellen, transmitteren, voortzeggen (словами), wedergeven (чувства и т.п.), weergeven (чувства и т.п.) -
12 переживать
vgener. (из-за чего-то, кого-то) lijden (bv.: zij leed erg onder de ruzie met haar vriend), doormaken, medeleven (с кем-л.), medemaken, meeleven, meeleven (с кем-л.), meemaken, beleven, doorleven, ondervinden, overbrengen -
13 перекладывать
vgener. omleggen, overbrengen, overdoen, verleggen, verpakken, verstouwen, verstuwen, verschikken -
14 переносить
vgener. dragen, harden, overbrengen, overdragen, uitstaan, verduren, afbreken (слово на другую строку), doorleven, dulden, kroppen, kunnen velen, ondergaan, overvoeren, uithouden, verdragen, verplaatsen, verschikken (на другой срок), verslepen, verzetten, (терпеливо) zich (iets) laten aanleunen (оскорбление, клевету и т.п.) -
15 пересаживать
gener. omzetten, overbrengen, overplanten (растения), overpoten (растения), verplanten, verpoten (растение), verspenen -
16 тайно передавать
advgener. overbrengen (что-л.)
См. также в других словарях:
NUHOUT — NETHERLANDS (see also List of Individuals) 2.6.1851 Alkmaar/NL 31.3.1931 Clarens/CH Johannes Nuhout van der Veen graduated as a civil engineer from the Delft Polytechnic in 1875. Because job conditions in the Netherlands were unfavorable in this… … Hydraulicians in Europe 1800-2000