-
1 ancien
ancien1 [ãsjẽ],ancienne [ãsjen]〈m., v.〉1 (de) oudere, (de) oudste4 oud-leerling ⇒ ouderejaars, oudgediende♦voorbeelden:————————ancien2 [ãsjẽ],ancienne [ãsjen]1 oud2 oud- ⇒ ex-, voormalig, vroeger♦voorbeelden:les langues anciennes • de klassieke talenles temps anciens • de vervlogen tijdendans l'ancien temps • vroegerà l'ancienne • op de manier van vroeger1. m (f - ancienne)1) (de) oudere, (de) oudste2) oud-leerling, oudgediende3) ouderejaars4) ouderling [religie]2. = ancienne; anciensm pl3. = ancienne; adj1) oud [niet recent]2) oud-, ex-, voormalig3) klassiek, uit de Oudheid -
2 vétéran
-
3 vieux
vieux1 [vjeu]〈m.〉1 ouwe ⇒ kapitein, baas♦voorbeelden:→ coup————————vieux2 [vjeu],vieille [vjej]〈m., v.〉1 oude man, vrouw ⇒ oud baasje, oudje 〈 met neerbuigende nuance〉♦voorbeelden:mon vieux • m'n ouwe heer(mon) vieux, (ma) vieille • ouwe jongen, beste meid————————vieux3 [vjeu],vieil, vieille [vjej]1 oud ⇒ bejaard, verouderd, reeds lang bestaand, uit vroeger tijd afkomstig♦voorbeelden:une politesse très vieille France • een ouderwetse, voorname hoffelijkheidvieux garçon • vrijgezelvin vieux • belegen wijnma vieille voiture • mijn vorige autos'habiller vieux • zich ouwelijk kledenvivre vieux • een hoge leeftijd bereikenvieux avant l'âge • vroeg oudil est plus vieux que moi de deux ans • hij is twee jaar ouder dan ikc'est vieux comme le monde • dat is zo oud als de wereld= vieil; = vieille; adj1) oud2) bejaard3) van vroeger -
4 un vieux de la vieille
un vieux de la vieille
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский