Перевод: с английского на нидерландский

opstandeling

1 insurgent

adj. oproerig
--------
n. oproerling

insurgent

[ insə:dzjənt]

1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 oproerig ⇒ rebels

2 〈 zelfstandig naamwoord〉 oproerling ⇒ opstandeling

English-Dutch dictionary > insurgent
2 insurrectionist

n. oproerling, rebel; iem. die achter een oproer staat

insurrectionist

[ insəreksjənist]

1 oproerling ⇒ opstandeling

English-Dutch dictionary > insurrectionist
3 rebel

n. rebel, oproerling
--------
v. rebelleren

rebel¹

[ rebl] 〈zelfstandig naamwoord; ook attributief〉

1 rebel ⇒ oproerling, opstandeling

♦voorbeelden:

1 rebel forces • opstandige strijdkrachten

————————

rebel²

[ ribbel] 〈werkwoord; rebelled〉

1 〈+against〉 rebelleren (tegen) ⇒ zich verzetten (tegen), in opstand komen (tegen)

English-Dutch dictionary > rebel
4 Belgrano

n. Belgrano, familienaam; Manuël Belgrano (1770-1820), Argentijnse opstandeling, politiek en militair leider

English-Dutch dictionary > Belgrano
5 reviver

n. opstandeling

English-Dutch dictionary > reviver

Melle — I Mẹlle, Stadt im Landkreis Osnabrück, Niedersachsen, 79 m über dem Meeresspiegel, zwischen Wiehengebirge und Teutoburger Wald, 46 000 Einwohner; Grönegau Museum (bäuerliche und bürgerliche Wohnkultur); … Universal-Lexikon