-
1 aufschreiben
aufschreiben♦voorbeelden: -
2 Niederschrift
-
3 anschreiben
anschreiben♦voorbeelden: -
4 merken
merken1 (be)merken ⇒ waarnemen, constateren2 noteren, opschrijven♦voorbeelden:wohl gemerkt! • let wel!, welteverstaan!♦voorbeelden: -
5 mitschreiben
mitschreiben1 opschrijven, bijhouden 〈 het gedicteerde〉 -
6 nachschreiben
nachschreiben1 opschrijven, notities maken -
7 niederschreiben
niederschreiben1 neer-, opschrijven -
8 notieren
-
9 pinseln
pinseln♦voorbeelden:
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский