-
1 opruien
♦voorbeelden:opruien tot een strafbaar feit • inciter à un acte délictueux -
2 opruien
agiter, débattre, émouvoir, troubler -
3 opruien tot een strafbaar feit
opruien tot een strafbaar feit -
4 het opruien
het opruien -
5 het volk opruien
het volk opruien -
6 aanstoken
1 [algemeen] attiser2 [opruien] exciter (à)♦voorbeelden:2 iemand aanstoken tot opstand • inciter qn. à la révolte -
7 stoken
1 [laten branden] entretenir (un feu)2 [als brandstof gebruiken] se chauffer (à)3 [aanwakkeren] attiser4 [distilleren] distiller♦voorbeelden:1 [een vuur branden] faire du feu2 [opruien] intriguer
Перевод: со всех языков на французский
с французского на все языки- С французского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский