-
1 oprijzen
подняться; возникнуть* * *гл.общ. возникать, вставать, подниматься, вздуваться, выпрямляться, появляться -
2 вздуваться
vgener. zwellen, bollen, oprijzen -
3 возникать
v1) gener. opkomen, oprijzen, uitbreken, voortspruiten, ontstaan, rijzen (о мыслях, вопросах и т.п.), voortvloeien2) liter. ontkiemen -
4 вставать
-
5 выпрямляться
vgener. oprijzen, zich rechten -
6 подниматься
vgener. beklimmen, klimmen (о солнце, воде и т.п.), opdrijven, opgaan, opkomen, oprijzen, opslaan (о цене), opstijgen, opstuiven, opwaaien, rijzen, steigeren, stijgen, beklauteren, bestijgen (íà), losbarsten (о ветре, буре и т.п.), opklimmen (по лестнице, в гору и т.п.), oplopen (tegen-íà), opschieten, opstaan, opstappen, opvaren, uitschieten, verrijzen o, zich verheffen -
7 появляться
vgener. de kop opsteken, opduiken, opstaan, opwellen, rijzen, voorkomen, komen opzetten, met (iets) op de proppen komen, opdagen, opdoemen, oprijzen, te voorschijn komen, verschijnen, zich vertonen
См. также в других словарях:
uprise — c.1300, “stand up; get out of bed; ascend to a higher level,” from UP (Cf. up) + RISE (Cf. rise). Cf. W.Fris. oprize, M.Du. oprisen, Du. oprijzen … Etymology dictionary