-
1 opperste
adj. paramount, superior, chief--------n. paramount -
2 opperste
1) överman2) överlägsen3) förman4) överordnad -
3 opperste
dominant, supérieur, suprème, surplombant -
4 opperste sovjet
opperste sovjet -
5 opperste verbazing
opperste verbazingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opperste verbazing
-
6 de opperste sovjet
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de opperste sovjet
-
7 de opperste rechter
de opperste rechter -
8 de opperste rechter
de opperste rechterthe Supreme Judge/ArbiterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de opperste rechter
-
9 de opperste wijsheid
de opperste wijsheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de opperste wijsheid
-
10 het presidium van de Opperste Sovjet
het presidium van de Opperste SovjetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het presidium van de Opperste Sovjet
-
11 het opperste gerecht
n. high court -
12 opperst
-
13 chief
adj. hoofd-, voornaamste--------n. hoofd, leiderchief1[ tsjie:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 leider ⇒ aanvoerder, opperhoofd♦voorbeelden:————————chief21 belangrijkst ⇒ voornaamst, hoofd-♦voorbeelden:chief engineer • eerste machinistchief superintendant (of police) • hoofdcommissaris van politie -
14 in chief
-
15 soviet
adj. Sovjet-, betr. de vroegere USSR--------n. sovjet (v.h. vroegere Rusland)[ soovie▪it, so-] 〈 vaak Soviet〉♦voorbeelden:II 〈meervoud; the〉 -
16 the Supreme Soviet
-
17 Supreme Soviet
de Opperste Sovjet (het Russische gerechtshof) -
18 paramountcy
n. opperste; voornaamste -
19 bien
bien1 [bjẽ]〈m.〉1 weldaad ⇒ (het) goede, welzijn, welvaart2 bezit(ting) ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:1 un homme de bien • een fatsoenlijk, integer manle bien commun, général, public • het algemeen welzijngrand bien vous fasse! • wel bekome het u!le souverain bien, le bien suprême • het opperste goed, gelukdire du bien de qn., parler en bien de qn. • gunstig over iemand sprekenc'est un bien • dat is een gelukfaire le bien • goed doen, charitatief zijnce voyage lui fait beaucoup de bien • die reis doet hem heel goedcela fait du bien • dat doet een mens goedprendre son bien où on le trouve • je toe-eigenen wat van je gading isvouloir le bien de qn. • het beste met iemand voorhebbenmener qc. à bien • iets tot een goed einde brengenchanger qc. en bien • iets ten goede veranderenen tout bien tout honneur • in alle eer en deugdpour son bien • voor zijn eigen bestwil2 biens de consommation • verbruiksgoederen, consumptiegoederenbiens de famille • familiebezitbiens vacants • onbeheerde goederenavoir du bien • vermogend zijnavoir des biens au soleil • onroerende goederen, land bezitten————————bien2 [bjẽ]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 goed ⇒ wel, mooi, fatsoenlijk2 zeer ⇒ veel, erg4 werkelijk ⇒ echt, zeer zeker5 〈 als uitroep〉wel! ⇒ welnu!♦voorbeelden:1 avoir l'air bien • er goed, mooi uitzienun homme bien • een betrouwbaar manun type bien • een aardige ventse conduire bien • zich netjes gedragenêtre bien avec qn. • goed met iemand kunnen opschietenfaire bien • juist handelen, goed passen, goed staanfaire bien (de) • er goed aan doen (om)ça fait bien de parler anglais • het staat goed als je Engels spreektc'est bien fait! • net goed!c'est bien fait pour lui! • dat is z'n verdiende loon!on mange bien ici • je kunt hier lekker etennous sommes bien ici • we voelen ons hier lekkerça va bien? • gaat het goed?〈 schertsend〉 nous voilà bien! • nou zitten we mooi in de puree!tant bien que mal • zo goed en zo kwaad als het gaatni bien ni mal • tamelijk goed2 bien blanc • helemaal wit, spierwitelle est bien jeune pour voyager seule • ze is wel heel jong om alleen te reizenbien sûr • natuurlijkbien souvent • heel vaakbien d' autres • vele anderenil en a vu bien d' autres • hij heeft heel wat meegemaakt〈 België〉 assez bien de • heel wat, veelbien de, bien des • heel wat, (heel) veeldepuis bien des années • sinds vele jarenil part bien demain? • hij vertrekt toch morgen?5 il le fait bien, pourquoi pas moi? • hij doet het toch ook, waarom ik dan niet?j'irais bien avec vous • ik zou wel met u mee willennous verrons bien • we zullen wel zienvouloir bien • wel willenou bien • ofweleh bien! • welnu!si bien que • zodat1. m1) (het) goede, welzijn2) bezit(ting), vermogen2. adj, advgoed, mooi, fatsoenlijk3. adv1) zeer, veel, erg2) heel veel, ruimschoots3) werkelijk, echt4. bien queconj5. interj -
20 le Sovjet suprême
le Sovjet suprême
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Fernand Collin Prize for Law — The Fernand Collin Prize for Law (Dutch: Fernand Collin prijs voor Recht) was named after Fernand Collin. It is awarded to a scientist who makes a significant contribution to law in Belgium.Awards* 1962 Walter Van Gerven (Katholieke Universiteit… … Wikipedia
Friedrich Adolf Lampe — (* 18. (oder 19.) Februar 1683 im lippischen Detmold; † 8. Dezember 1729 in Bremen) war ein reformierter Theologe und Kirchenlied Dichter. Er amtierte als Pfarrer in We … Deutsch Wikipedia
Gerhard Noodt — (auch: Gerard Noodt; * 4. September 1647 in Nimwegen; † 15. August 1725 in Leiden) war Jurist der eleganten Schule in den Niederlanden, Rektor der Universität Leiden und Frühaufklärer … Deutsch Wikipedia
Dirk Graswinckel — Theodorus Johannes Dirk Graswinckel[1] (1 October 1600 (or 1601) 12 October 1666[2]) was a Dutch jurist, a significant writer on the freedom of the seas. He was a controversialist, who also rose to a high leg … Wikipedia
Prix Collin — Le Prix Fernand Collin de Droit est un prix belge bi annuel, institué en 1962. Il a été créé pour encourager les jeunes chercheurs flamands dans le domaine du droit. Il a été nommé d après le professeur et banquier flamand, Fernand Collin. Objet… … Wikipédia en Français
Willem van Haecht — Scène établi pour le célèbre Landjuweel à Anvers en 156 … Wikipédia en Français