-
1 dignify
v. vereren; opgeblazen; veredelen[ digniffaj] 〈 dignified〉1 waardigheid geven aan ⇒ vereren, onderscheiden -
2 grace
n. zijne hoogheid (eretitel bij kering tot de graaf, archiebisschop e.d)grace1[ grees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bevalligheid ⇒ gratie, charme2 〈 goedheid〉vriendelijkheid, fatsoen3 respijt ⇒ uitstel, genade7 deugd♦voorbeelden:2 with (a) bad grace • onvriendelijk, met tegenzinwith (a) good grace • vriendelijk, welwillendhe had the grace to say he was sorry • hij was zo beleefd te zeggen dat het hem speetbe in someone's good graces • bij iemand in de gratie staan————————grace2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 signalize
v. doen uitben, onderscheiden; kenmerken; te kennen geven; de aandacht vestigen op; zich onderscheidensignalize, signalise[ signəlajz]1 doen opvallen ⇒ de aandacht vestigen op; opluisteren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский