-
1 ladle
n. soeplepel--------v. oplepelen met een soeplepel; uitdelenladle1[ leedl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————ladle2〈 werkwoord〉1 opscheppen ⇒ oplepelen, ronddelen -
2 spoon up
-
3 spoon
n. lepel, lepeltje--------v. lepelen, opscheppen; flirten; liefde tonenspoon1[ spoe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lepel————————spoon2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 spoon out • opscheppen, uitdelenspoon up • oplepelen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский