-
1 stapel
stapel1〈de〉♦voorbeelden:een stapel hout • un tas de boiseen schip op stapel zetten • mettre un navire en cale————————stapel2→ link=stapelgek stapelgek -
2 Stapel
m1) ( Haufen) pile m, tas m2) NAUT chantier metw vom Stapel lassen — lancer qc/annoncer qc
StapelStc1bb8184a/c1bb8184pel ['∫ta:pəl] <-s, -> -
3 stapel
-
4 stapel
aberrant, agité, amas, fou, foule, masse, multitude, Staple, tas -
5 Stapel
pile f -
6 dat loopt glad van stapel
dat loopt glad van stapel -
7 die onderneming liep goed van stapel
die onderneming liep goed van stapelDeens-Russisch woordenboek > die onderneming liep goed van stapel
-
8 een schip op stapel zetten
een schip op stapel zetten -
9 een schip van stapel doen lopen
een schip van stapel doen lopenDeens-Russisch woordenboek > een schip van stapel doen lopen
-
10 een stapel boeken
een stapel boeken -
11 een stapel hout
een stapel hout -
12 een stapel van drie voet hoog
een stapel van drie voet hoog -
13 een werk op stapel zetten
een werk op stapel zetten -
14 het ligt onderop in de stapel
het ligt onderop in de stapel -
15 in een stapel papier spitten
in een stapel papier spitten -
16 men zag de stapel groeien
men zag de stapel groeien -
17 op stapel staan
op stapel staan -
18 te hard van stapel lopen
te hard van stapel lopen -
19 op een stapel zetten
entasser -
20 van stapel laten lopen
lancer
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Stapel — (niederdt. stapel ‚gelagerte Ware‘; vergl. Staffel) bezeichnet: ein ordentlich aufgeschichteten Stoß, siehe Stapelungsmechanik eine Ordnungsmethode für Waren in der Logistik, siehe Stapelgut Hafen und Lagerplätze für die Waren an Land während der … Deutsch Wikipedia
Stapel (Uplengen) — Stapel Gemeinde Uplengen Koordinaten … Deutsch Wikipedia
Stapel (Altmärkische Höhe) — Stapel Gemeinde Altmärkische Höhe Koordinaten … Deutsch Wikipedia
Stapel — Sm std. (17. Jh.) Stammwort. Übernommen aus dem Niederdeutschen: Mndd. stapel, mndl. stapel, afr. stapul, stapel, ae. stapol, anord. sto̧pull führen auf g. * stapula Stamm, Pfosten , dann über Haufe zu Umschlagplatz, Markt . In der… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Stapel — Stapel: Das altgerm. Substantiv mnd., niederl. stapel, älter engl. staple, schwed. stapel, dem hochd. ↑ Staffel lautlich entspricht, gehört zu der unter ↑ Stab behandelten Wortgruppe und bedeutete ursprünglich »Pfosten, Block, Stütze, Säule«,… … Das Herkunftswörterbuch
Stapel (Textilfaser) — Faserbart (ca. 40 mg Baumwolle) Stapel ist die Durchschnittslänge al … Deutsch Wikipedia
Stapel — Stapel, 1) ein Hause, eine Menge Dinge, bes. wenn sie in einer gewissen Ordnung aufgesetzt sind; 2) bes. ein Haufen über einander gelegte Häute; 3) ein Ort, wo man etwas eine Zeitlang in Haufen niederlegt; 4) Jahrmarkt, Messe; daher 5) das Recht… … Pierer's Universal-Lexikon
Stapel — Stapel, ein Haufwerk, besonders in einer gewissen Ordnung aufgesetzt oder auseinander geschichtet, z. B. Holz, Tücher etc., besonders Häute; Jahrmarkt, Messe, daher Stapelplatz, Ort oder Hafen mit Warenniederlagen (vgl. Stapelrecht). Bei der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Stapel, Stapelung — eines Schiffes, die Anordnung der Stapelklötze auf der Helling (s.d.) mit Rücklicht auf den Fall Neigung des Kiels zur Horizontalebene … Lexikon der gesamten Technik
Stapel — Stapel, auf einer Schiffswerft die Reihe Klötze (Stapelklötze), auf die der Kiel eines neu zu erbauenden Schiffs zu liegen kommt, um es von da ins Wasser zu lassen (vom S. laufen lassen). Stapelplatz, Stapelstadt, Hafen oder Stadt mit Niederlage… … Kleines Konversations-Lexikon
Stapel — Stapel, s. Schiff u. Werste. – S., S. platz, Ort mit Niederlagen für Waaren. – S. recht, früher das Recht gewisser Orte, demgemäß die auf Land oder Wasserstraßen verführten Waaren dort ausgeladen u. eine Zeit lang zum Verkauf ausgestellt werden… … Herders Conversations-Lexikon