-
21 boer
3 [lomp persoon] boor ⇒ (country) yokel/bumpkin5 [in samenstellingen] man6 [speelkaart] jack♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 wat de boer niet kent dat vreet hij niet • some people don't trust anything they don't know3 een boer op klompen • a country bumpkin, a real peasant4 een boer laten (vliegen) • burp, belchlachen als een boer die kiespijn heeft • laugh on the wrong side of one's face -
22 intellect
1 [(persoon met betrekking tot zijn) verstand] intellect
Страницы
- 1
- 2