-
61 slaan
3 [door slagen op, van de plaats, in een toestand brengen] beat (up)4 [door slagen doen ontstaan] 〈zie voorbeelden 4〉6 [met betrekking tot het oog, de blik] turn8 [verslaan] beat♦voorbeelden:met de koppen tegen elkaar slaan • bang their heads togethereen paal in de grond slaan • drive a stake into the groundeen put slaan • sink a well, bore a wellgeld slaan • mint coins5 een fles rum achterover slaan • sink/tuck away a bottle of rumeen mantel om iemand heen slaan • wrap a coat round someonede armen om de hals van iemand slaan • fling one's arms around someone's neckde armen/benen over elkaar slaan • fold one's arms, cross one's legs6 acht slaan op • take heed/notice of something2 [met betrekking tot hart, pols] beat3 [door slagen geluid voortbrengen] strike5 [+ op] [betreffen] refer to6 [begin maken met] 〈zie voorbeelden 6〉7 [plotseling op een plaats/in een toestand komen] 〈zie voorbeelden 7〉♦voorbeelden:met de deur slaan • slam the doorwild om zich heen slaan • lash outde golven slaan over het dek • the waves are breaking over the decker maar op los slaan • hit wildly/blindly at someone5 waar slaat dit nu weer op? • what is the meaning of this?dat slaat op mij • that is meant for/aimed at medat slaat nergens op • that makes no sense at allde vlam sloeg in de pan • the pan caught firede rook slaat op je keel • the smoke gets you in the throatover de kop slaan • overturn -
62 snaar
1 [met betrekking tot muziekinstrumenten] 〈 ook figuurlijk〉 string; 〈 ook figuurlijk〉 chord; 〈 van trommel〉 snare2 [met betrekking tot een tennisracket] string3 [koord, band, riem] cord♦voorbeelden:met vier/zes snaren • four-/six-stringed -
63 stuiten
1 [niet verder kunnen] 〈 ook figuurlijk〉 be stopped/held up/arrested5 [terugspringen] bounce, bound♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:iets in zijn ontwikkeling stuiten • hold up/arrest something's developmenteen niet te stuiten woordenvloed • an uncheckable/unstoppable flow of wordszij is niet te stuiten • there is no holding/stopping her -
64 veld
1 field 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ 〈 open land〉 open country/fields, 〈 sport ook〉 pitch, 〈 schaakbord〉 square♦voorbeelden:het leger te velde • the army in the fieldtegen iets te velde trekken • be up in arms against somethingeen speler uit het veld sturen • send a player off (the field) -
65 vleugel
1 [vlerk] wing2 [draagvlak van een vliegtuig, deel van een bouwwerk] wing4 [piano] grand piano♦voorbeelden:de vleugels uitslaan • spread/stretch one's wings 〈 ook figuurlijk〉 -
66 wereld
2 [kosmos, orde] world3 [samenleving] world4 [milieu, sfeer] world♦voorbeelden:aan het andere eind van de wereld • on the other side of the worldde Nieuwe wereld • the New Worldde Oude wereld • the Old Worldde wijde wereld • the (whole) wide worldde (wijde) wereld intrekken • go out into the worldwat is de wereld toch klein! • isn't it a small world!de wereld staat open voor ons • the (whole) world is before usde wereld staat op zijn kop • it's a mad/topsy-turvy worldhij leeft in een wereldje op zich • he lives in a (little) world of his ownalleen op de wereld staan • be alone in the worldeen kind ter wereld brengen/helpen • bring a child into the worldde rijkste man ter wereld • the richest man in the worldvoor niets ter wereld • not for all the worldeen misverstand uit de wereld helpen • clear up a misunderstandinghij heeft heel wat van de wereld gezien • 〈 ook figuurlijk〉 he has seen a lot of the world; 〈 figuurlijk ook〉 he has seen life/the worlddaar ligt een wereld van verschil tussen • there's a world of difference (between them/those)dat is niet van deze wereld • that doesn't belong to this world; 〈 schertsend〉 that's out of this worldde vrije wereld • the Free Worldeen bericht de wereld insturen • launch a storydat is de omgekeerde wereld • that's putting things on their headszo gaat dat in de wereld • that's the way of the worldvooruitkomen in de wereld • rise in the world, go placeseen man van de wereld • a man of the worldde wereld van toen/van nu • the world then/at the momentiets voor de wereld verborgen houden • keep something (hidden) from the outside worldvoor (het oog van) de wereld • in the eyes of the worldde derde wereld • the Third Worldde vierde wereld • the Fourth Worldde wereld van de kunstenaars • the artistic worldde wetenschappelijke wereld • the world of science -
67 wijken
1 [uit de weg gaan; ook figuurlijk] give in/way (to), yield (to)2 [vluchten, verdwijnen] disappear, go3 [niet horizontaal/verticaal lopen] recede♦voorbeelden:voor iemand wijken • 〈 ook figuurlijk〉 stand aside for someone; 〈figuurlijk; informeel〉 kowtow to someoneniet voor geweld willen wijken • not want to give in to violencewijken voor de overmacht • yield to superior numbershij weet van geen wijken • he sticks to his gunsde muren wijken • the walls are out of true -
68 zadel
♦voorbeelden:1 vast in het zadel zitten • 〈 ook figuurlijk〉 sit firmly in the saddle; 〈 figuurlijk〉 be firmly in chargeiemand in het zadel helpen • 〈 ook figuurlijk〉 give someone a leg up, help someone up -
69 zijde
1 [grenslijn/vlak, kant] side2 [het boven- en ondervlak van een plat lichaam] side4 [figuurlijk] [partij] side5 [met betrekking tot een plaats/richting] side6 [spinsel van de zijderups, gesponnen draden, weefsel] silk♦voorbeelden:iemand in de zij stompen • punch someone in the sideop zijn andere zijde gaan liggen • turn overhij week niet van mijn zijde • he didn't leave my sideaan beide zijden is schuld • both sides are to blamevan vaders zijde • from one's father's sidevan officiële zijde • from an official sourceaan deze zijde van het kanaal • (on) this side of the channeliets van alle zijden bekijken • look at something from all sides/angles -
70 zwaard
1 [steekwapen] sword2 [scheepvaart] lee board♦voorbeelden:naar het zwaard grijpen • 〈 ook figuurlijk〉 draw the sword, take up armshet zwaard in de schede steken • 〈 ook figuurlijk〉 put up/sheathe one's swordhet zwaard trekken • draw one's sworddoor het zwaard sterven • die by the swordzich op zijn zwaard storten • fall on one's sword -
71 poot
I 〈 de (mannelijk)〉2 [steunsel voor een voorwerp] leg3 [informeel] [been/voet van een mens] leg4 [informeel] [hand] paw5 [informeel] [handschrift] fist6 [informeel] [handtekening] Bfist, AJohn Hancock7 [afdruk van een poot] paw print8 [neerhaal van een letter] leg9 [informeel] [mannelijke homoseksueel] 〈 niet pejoratief〉 gay ⇒ 〈Brits-Engels; slang; pejoratief〉 poof(ter), 〈Amerikaans-Engels; slang; pejoratief〉 fag(ot), faggot♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets op poten zetten • set up/start somethinggeen poot aan de grond krijgen • not be able to get something off the ground/get something going; 〈 bij iemand〉 get nowhere (with someone)〈 figuurlijk〉 zijn poten thuishouden • keep one's paws off someone/somethinggeen poot uitsteken/verzetten • not lift a finger6 zijn poot zetten • put one's fist/John Hancockop zijn poot spelen • stand on one's hind legs, kick up a fuss/roween brief op poten schrijven • write a stiff letterII 〈de〉 -
72 doordringen
doordringen♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 het drong niet tot hem door dat hij brutaal was • it didn't occur to him that he was being rudetot de finale doordringen • get through to/make it to/get to the finals〈 figuurlijk〉 de ernst van de situatie drong plotseling tot hem door • he suddenly became aware how serious the situation was————————doordringen♦voorbeelden:2 doordrongen zijn van de noodzaak … • be convinced of the necessity of … -
73 klap
3 [figuurlijk] blow♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 als klap op de vuurpijl • to crown/top it aller vielen rake klappen • the blows fell thick and fastrake klappen uitdelen aan • rain blows uponiemand een klap geven • hit someoneeen kind klappen geven • spank a childer kunnen wel eens klappen vallen • it may come to blowseen klap in het gezicht (krijgen) • 〈 ook figuurlijk〉 (get) a slap/smack in the face〈 figuurlijk〉 in één klap • at one go, in one fell swoopiemand een klap om de oren geven • box someone's earsiemand een klap op zijn achterste geven • smack someone's bottomeen (lelijke) klap krijgen • receive/be dealt an ugly blow¶ geen klap uitvoeren • not do a stroke of work/lift a fingerje hebt er geen klap aan • it's useless/no goodik vind er geen klap aan • I don't like it one bitdaar schiet je geen klap mee op • that won't do you any gooddat kan me geen klap schelen • I couldn't care less about that -
74 wegen
1 [het genoemde gewicht hebben] weigh♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de belangen van de middenstand zwaarder laten wegen dan … • put the interests of the middle class before …niet veel wegen • not weigh mucheen paar kilo te veel wegen • be a couple of kilos overweightte veel/weinig wegen • be overweight/underweighteen kilo of drie te weinig wegen • be about three kilos shortII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het gewicht bepalen van] weigh2 [figuurlijk] weigh♦voorbeelden:1 zich laten wegen • have oneself/be weighediets op de hand wegen • weigh something in one's hand -
75 bal
I 〈de〉1 [sport] ball2 [tot een ronde bol gevormde massa] ball3 [gulden] ±quid♦voorbeelden:een balletje trappen • kick a ball (about)op de bal spelen, niet op de man • play the ball, not the man〈 spreekwoord〉 wie kaatst, moet de bal verwachten • if you make a jest, you must take a jesteen balletje slaan • hit a ball4 het is zo koud dat je ballen eraf vriezen • it's cold enough to freeze the balls off a brass monkey6 een rechtse bal • a conservative/right-wing snobhet zijn (echte) ballen • they think they're really somethingde ballen van iets begrijpen • not understand a damn thing about somethinggeen bal uitvoeren • not do a (bloody) stroke (of work)geen bal van iets snappen/weten • not understand/know a damn thing about somethinghet kan me geen bal schelen • I couldn't care less〈 informeel〉 de ballen! • cheers!II 〈 het〉♦voorbeelden: -
76 branden
2 [licht/warmte uitstralen] burn3 [smeulen] burn4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn♦voorbeelden:uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneouslyde zon brandt • the sun is burning/blazingde kachel laten branden • leave the (gas-)fire burningdit stelletje brandt op hout • this stove burns wood3 een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigarcognac brandt in de keel • brandy burns the throat〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desireik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about itze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the househij is niet vooruit te branden • you can't get him to shiftII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur doen verteren] burn2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉♦voorbeelden:glas branden • stain glasszich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire -
77 evenwicht
1 [gelijk gewicht, ook figuurlijk] balance2 [scheikunde] equilibrium♦voorbeelden:geestelijk evenwicht • mental balance〈 natuurkunde〉 labiel/stabiel/onverschillig evenwicht • unstable/stable/neutral equilibriumwankel evenwicht • unsteady balancezijn evenwicht bewaren/verliezen • keep/lose one's balance〈 figuurlijk〉 het evenwicht verstoren • disturb/destroy the balancehet juiste evenwicht vinden • achieve the right balanceiets in evenwicht houden • keep something balancedin evenwicht staan/blijven • be/remain balancedin evenwicht zijn • be (well-)balanced/in equilibriumniet in evenwicht zijn • be unbalancedhet evenwicht tussen • the balance betweenzijn evenwicht kwijt zijn/raken • have lost/lose one's balance -
78 lijn
2 [wiskunde] line4 [omtrek] (out)line, contour7 [potlood/krijtstreep] line♦voorbeelden:2 in rechte lijn (gemeten) • in a straight/direct line, as the crow fliesin grote lijnen • broadly speaking, on the wholeaan de (slanke) lijn doen • be on a dietin grote lijnen begrijpen wat er gezegd wordt • get the gist of what is being said〈 figuurlijk〉 op één lijn brengen • align, bring into linealleen op binnenlandse lijnen vliegen • fly only domestic routesdie lijn bestaat niet meer • that service/route no longer existsblijft u even aan de lijn a.u.b. • hold the line, pleaseik heb je moeder aan de lijn • your mother is on the line/phonelijn 15 • number 157 lijnen trekken/krassen (op) • draw/scratch lines (on)de bal ging over de lijn • the ball crossed the lineeen harde lijn • a hard linede resultaten bewegen zich in opgaande lijn • the results show an upward trendin opgaande lijn • (going) in the right directioneen andere lijn (gaan) volgen • pursue a different coursedat ligt in zijn lijn • 〈 ongunstig〉 that's just the sort of thing he'd do; 〈 gunstig〉 that's right up his streetzij trekken één lijn • they adopt one single view -
79 lucht
1 [gasmengsel, ingeademde lucht] air2 [dampkring, buitenlucht] air3 [hemel] sky♦voorbeelden:doen of iemand lucht is • ignore someone, look right/straight through someonein de open lucht slapen • sleep in the open airer zit onweer in de lucht • 〈 ook figuurlijk〉 there is a storm in the air/brewing〈 figuurlijk〉 er hangt iets in de lucht • there is something brewing/in the wind/afootin de lucht vliegen • blow up, explodeeen etherpiraat uit de lucht halen • take a pirate station off the air〈 figuurlijk〉 uit de lucht komen vallen • appear out of the blue/out of thin airhoe kom jij zo uit de lucht vallen? • where did you spring from?¶ aan een overtuiging lucht geven • air/vent an opinionde klachten waren niet van de lucht • complaints poured in -
80 schaduw
2 [schaduwbeeld; vage gedaante] shadow4 [figuurlijk] [zwak aftreksel] shadow♦voorbeelden:rondwarende schaduwen • roaming shadows〈 figuurlijk〉 komende gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit • coming events cast their shadow(s)de schaduwen worden langer • the shadows are lengtheningiemand volgen als zijn schaduw • follow someone like his shadow〈 figuurlijk〉 in iemands schaduw staan • be outshone/overshadowed by someone
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia