-
1 onwaarschijnlijkheid
-
2 onwaarschijnlijkheid
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onwaarschijnlijkheid
-
3 onwaarschijnlijkheid
n. improbability, unlikelihood, imposture -
4 onwaarschijnlijkheid
v -
5 onwaarschijnlijkheid
неправдоподобность, неправдоподобие -
6 improbability
n. onwaarschijnlijkheid; iets onwaarschijnlijks[ improbbəbillətie] 〈meervoud: improbabilities〉 -
7 unlikelihood
-
8 invraisemblance
-
9 implausibleness
n. Onaannemelijkheid, onwaarschijnlijkheid -
10 unlikeliness
n. onwaarschijnlijkheid -
11 improbabilité
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский