-
1 deficient
adj. missend, gebrekkig; zonder-; achterlijk[ diffisjnt]1 incompleet ⇒ onvolledig, gebrekkig2 ontoereikend ⇒ onvoldoende, -arm♦voorbeelden: -
2 defective
adj. gebrekkig; achterlijk[ diffektiv] 〈 defectiveness〉1 onvolkomen ⇒ gebrekkig, onvolmaakt2 tekortschietend/komend ⇒ onvolledig♦voorbeelden: -
3 lacking
adj. zonder-; -vrij; ontbreekt aan--------prep. niet voorhanden, afwezig[ læking]1 niet voorhanden ⇒ afwezig, ontbrekend♦voorbeelden: -
4 she's mentally deficient
-
5 defectiveness
n. onvolledig, geestelijk onvolwaardig, zwakzinnig, gebrekkig -
6 underestimated
adj. niet gewaardeerd, onvolwaardig
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский