-
1 imperturbable
adj. onverstoorbaar; rustig, kalm -
2 imperturbably
adv. Onverstoorbaar, onwankelbaar; onverstoorbaar -
3 nerveless
adj. krachteloos, slap; koelbloedig[ nə:vləs] 〈 nervelessness〉 -
4 phlegmatic
adj. langzaam; onverschillig; flegmatisch[ flegmætik] 〈 phlegmatically〉1 flegmatiek ⇒ flegmatisch, onverstoorbaar -
5 sedate
-
6 shockproof
-
7 stolid
adj. flegmatiek, onaandoenlijk, bot, ongevoelig, onbewogen[ stollid] 〈stolidness; zelfstandig naamwoord: stolidity〉1 flegmatiek ⇒ onverstoorbaar, onaangedaan, standvastig -
8 unflappable
-
9 phlegmatical
adj. onverstoorbaar, flegmatisch; langzaam -
10 phlegmatically
adv. onverstoorbaar, flegmatisch; langzaam -
11 unblinking
adj. zonder met de ogen te knipperen; onverstoorbaar; zonder een spier te vertrekken -
12 unblinkingly
adv. onverstoorbaar
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский