-
1 inexplicable
adj. onverklaarbaar; is niet te verklaren[ inniksplikkəbl, innekspli-] 〈inexplicably; zelfstandig naamwoord: inexplicability〉 -
2 unaccountable
adj. onverklaarbaar; geen verantwoording schuldig[ unnəkauntəbl] 〈 unaccountably〉 -
3 strange
adj. vreemde; raar[ streendzj] 〈stranger; strangeness〉1 vreemd ⇒ onbekend, nieuw2 eigenaardig ⇒ ongewoon, onverklaarbaar♦voorbeelden:strange to say • vreemd genoeg -
4 deranged
adj. totaal onverklaarbaar; irrationeel; gek; excentriek, vreemd -
5 unaccountably
adv. onverklaarbaar -
6 unexplainable
adj. onverklaarbaar -
7 unsolvably
adv. niet op te lossen; niet oplosbaar, onverklaarbaar
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский