-
1 onvast
-
2 onvast
adj. infirm, unsteady, unstable, unsure, insecure, tottery, shaky, choppy, erratic, wonky, liquid, sandy, rocky--------adv. unsteadily -
3 onvast op de benen staan
onvast op de benen staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onvast op de benen staan
-
4 inconsistent
-
5 insluimeren
-
6 onzeker
3 [onvast] unsteady♦voorbeelden:3 haar stem was onzeker • her voice was unsteady/shakyeen onzekere factor • an unknown quantityin het onzekere verkeren • be in the darkhij nam het zekere voor het onzekere • he (just) made surede wachtenden in het onzekere laten • keep those waiting in suspenseiets in het onzekere laten • leave something unresolved -
7 vloeiend
2 [gelijkmatig en harmonisch] flowing, smooth, fluent3 [onvast] shifting, fluctuating, floating♦voorbeelden:een vloeiende stijl/beweging • a smooth/flowing style/movementhij spreekt vloeiend Engels • he speaks English fluently -
8 wankelen
♦voorbeelden: -
9 wiebelen
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Турецкий
- Французский