-
1 onuitputtelijk
♦voorbeelden:hij is onuitputtelijk • il ne se lasse pas -
2 onuitputtelijk
1. bn 2. bw -
3 onuitputtelijk veel
onuitputtelijk veelénormément (de) 〈+ zelfstandig naamwoord〉 -
4 dit is een onuitputtelijk onderwerp voor hem
dit is een onuitputtelijk onderwerp voor hemDeens-Russisch woordenboek > dit is een onuitputtelijk onderwerp voor hem
-
5 een onuitputtelijk geduld
een onuitputtelijk geduld -
6 hij is onuitputtelijk
hij is onuitputtelijk -
7 geduld
♦voorbeelden:een taai geduld • une patience d'angegeduld hebben met iemand • être patient avec qn.geduld hebben • prendre patiencehet geduld nemen om iets te doen • prendre le temps de faire qc.zijn geduld verliezen • perdre patienceeven geduld a.u.b. • un peu de patience s.v.p.veel van iemands geduld vergen • épuiser la patience de qn.iemands geduld op de proef stellen • mettre la patience de qn. à l'épreuvemijn geduld is op • ma patience est à bout
Перевод: со всех языков на французский
с французского на все языки- С французского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский