-
1 ontoereikend
-
2 ontoereikend
-
3 ontoereikend
-
4 ontoereikend
I.ungenügendII.unzulänglichIII.unzureichend -
5 ontoereikend
insufisienteDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > ontoereikend
-
6 ontoereikend
adj. insufficient, inadequate, deficient--------adv. deficiently -
7 ontoereikend
1. bn 2. bw -
8 ontoereikend
insufisiente -
9 ontoereikend zijn
ontoereikend zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ontoereikend zijn
-
10 недостаточный
ontoereikend -
11 недоставать
ontoereikend zijn, mankeren, ontbreken -
12 insufisiente
ontoereikend, onvoldoendeDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > insufisiente
-
13 insufisiente
ontoereikend, onvoldoende -
14 insuffisant
insuffisant [ẽsuufiezã]1 onvoldoende ⇒ ontoereikend, gebrekkig♦voorbeelden:adj1) onvoldoende, ontoereikend2) onbekwaam -
15 gebrekkig
♦voorbeelden:2 een gebrekkig betoog/plan • an inadequate/a poor/faulty argument/plangebrekkige huisvesting • poor/primitive housingeen gebrekkige kennis van het Engels • poor (knowledge of) Englishtaal en stijl waren zeer gebrekkig • language and style were very poorII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:zich gebrekkig uitdrukken • express oneself haltingly -
16 недостаточный
adjgener. gebrekkig, onvoldoende, kwalijk, ongenoegzaam, ontoereikend, onvolledig -
17 deficient
adj. missend, gebrekkig; zonder-; achterlijk[ diffisjnt]1 incompleet ⇒ onvolledig, gebrekkig2 ontoereikend ⇒ onvoldoende, -arm♦voorbeelden: -
18 inadequate
adj. onvoldoende; ongeschikt; ondeugdelijk; ongepast[ inædikwət]1 ontoereikend ⇒ onvoldoende, ongeschikt -
19 incommensurate
adj. onevenredig[ ingkəmensj(ə)rət] -
20 insufficient
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Belgische Feldpost — Der Beitrag will einen Überblick über die Geschichte der belgischen Feldpost seit 1830 geben, wobei der Schwerpunkt auf dem Einsatz nach dem Ersten und Zweiten Weltkrieg in Deutschland liegt. Er entstand in einer Zusammenarbeit mit „Belgische… … Deutsch Wikipedia