-
21 inability
-
22 physical
adj. lichamelijk; fysisch; natuurlijk; alledaags, dagelijks--------n. lichamelijk, lichaams-(ter bepaling van algemene gezondheidstoestand); natuurkundigphysical1[ fizzikl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————physical21 fysiek ⇒ natuurlijk, lichamelijk, natuur-♦voorbeelden:physical exercise • lichaamsbewegingphysical forces • natuurlijke krachten〈 schertsend〉 physical jerks • gym, lichamelijke oefening(en)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:physical chemistry • fysico-chemie, fysische chemiephysical science • natuurkunde, natuurwetenschap¶ a physical impossibility • absolute/technische onmogelijkheid -
23 colorblindness
n. kleurenblindheid, onmogelijkheid kleuren te zien -
24 dysgraphia
n. dysgrafie (een schrijfgebrek, de onmogelijkheid te kunnen schrijven door hersenaantasting) -
25 get water from a flint
water uit de rots halen, een onmogelijkheid verrichten -
26 impossibleness
n. onmogelijk zijn, onmogelijkheid -
27 irredeemability
n. onweerlegbaar zijn; onmogelijkheid tot herstel; het niet wisselbaar zijn -
28 imposibilidat
ondoenlijkheid [F], onmogelijkheid [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > imposibilidat
-
29 невозможное
adjgener. onmogelijkheid -
30 невозможность
ngener. onmogelijkheid -
31 несбыточное
adjgener. onmogelijkheid -
32 imposibilidat
ondoenlijkheid [F], onmogelijkheid [F]
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Unmöglichkeit — 1. Unmöglichkeit entschuldigt von aller zusage. – Lehmann, 835, 4. Frz.: On ne saurait sécher la mer avec des éporges, ni prendre la lune avec des dents, ni rompre une anguille au genou. (Masson, 348.) Holl.: Onmogelijkheid is niemand onderworpen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon