-
1 Jonah
n. Jona (naam); profeet uit het Oude Testament die door een walvis was opgeslokt en op de kust ongehavend werd uitgespuugd (Bijbel); boek uit het Oude Testament waar het verhaal van Jona werd verteld; mannelijke voornaam; familienaam; iemand die of iets dat ongeluk brengt[ dzjoonə]I 〈 eigennaam〉1 Jonas -
2 be jinxed
pech hebben, een ongeluksvogel zijn -
3 jinx
n. brengt slecht geluk (iets, iemand), ongeluksdoener; vloek, doem--------v. onheilsbrenger; doem, vloekjinx1♦voorbeelden:there seems to be a jinx on • er schijnt geen zegen te rusten op————————jinx2♦voorbeelden:1 be jinxed • pech hebben, een ongeluksvogel zijn
См. также в других словарях:
Unglücksvogel — 1. Einen Unglücksvogel hört niemand gern singen. Mag eine warnende Stimme es noch so gut meinen, man hört sie selten gern. Denselben oder einen verwandten Gedanken drücken die Neger in Surinam durch das Sprichwort aus: Ich bin die Nachteule, mein … Deutsches Sprichwörter-Lexikon