-
1 вольный
vrij, ongebonden -
2 безудержный
adjgener. onbedaarlijk, ongebonden -
3 вольный
adjgener. vrij, croupier, ongebonden -
4 непереплетённый
adjgener. ongebonden -
5 несвязанный
adjgener. ongebonden -
6 разгульный
adjgener. ongebonden -
7 свободный
adjgener. vrijgevochten, onverlet, ledig, leeg, onbeperkt, ongebonden, ruim, vrij, kwijt (от чего-л.), los, onbedwongen, onbelemmerd
См. также в других словарях:
Ungeschlagen — 1. Vngeschlagen am allerbesten. – Agricola I, 485; Petri, II, 558; Lehmann, II, 791, 100; Schottel, 1137a. Holl.: Ongeslogen (ongebonden) best. (Harrebomée, II, 137a.) 2. Vngeschlagen thut der Esel kein gut. – Petri, II, 558. *3. Ungeschlagen… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon