-
1 oneerlijk
♦voorbeelden:met oneerlijke middelen • by dishonest/unfair meansoneerlijke praktijken • sharp practice(s) -
2 oneerlijk
adj. dishonest, unfair, backstairs, raw, crooked, foul--------adv. dishonestly -
3 iemand oneerlijk behandelen
iemand oneerlijk behandelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand oneerlijk behandelen
-
4 dishonest process
French\ \ processus malhonnêteGerman\ \ unehrlicher ProzessDutch\ \ dishonest process; oneerlijk procesItalian\ \ processo disonestoSpanish\ \ proceso deshonestoCatalan\ \ procés deshonestPortuguese\ \ processo viciadoRomanian\ \ -Danish\ \ uærlig procesNorwegian\ \ uærlig prosessenSwedish\ \ oärlig processGreek\ \ μη τίμια ή ελλειμματική διαδικασίαFinnish\ \ looginen prosessiHungarian\ \ nem tisztességes folyamatTurkish\ \ aldatıcı süreç (proses)Estonian\ \ ebaaus protsessLithuanian\ \ -Slovenian\ \ nepošten postopekPolish\ \ proces niewłaściwyRussian\ \ несобственный процессUkrainian\ \ невласний процесSerbian\ \ -Icelandic\ \ óheiðarleg aðferðEuskara\ \ gaiztoa prozesuaFarsi\ \ -Persian-Farsi\ \ -Arabic\ \ عملية غير امينةAfrikaans\ \ onegte prosesChinese\ \ 不 真 实 过 程Korean\ \ - -
5 behandelen
4 [bejegenen] treat ⇒ deal with/by♦voorbeelden:iets oppervlakkig behandelen • deal summarily with somethingiets uitputtend behandelen • go into something fully3 dergelijke aangelegenheden behandelt de directeur zelf • the manager attends to such matters himselfzaken verkeerd behandelen • mismanage affairsde dieren werden goed behandeld • the animals were well looked afteriemand oneerlijk behandelen • do someone wrongiemand voorzichtig behandelen • go easy with someonezo behandel je een dame toch niet! • that's no way to treat a ladyiemand als een kind behandelen • treat someone like a childeen kwaal behandelen • treat a complaintiemand medisch behandelen • give someone medical treatmenthij werd behandeld voor een hartkwaal • he was treated for a heart condition -
6 geknoei
-
7 hoerenjong
hoerenjong, hoerenkind1 [oneerlijk/listig persoon] bastard, son of a bitch2 [onwettig kind] bastard3 [drukwezen] widow -
8 knoeien
2 [slordig werken] make a mess (of)3 [onhandig te werk gaan] tinker (with) ⇒ monkey around/about (with)♦voorbeelden:1 wat zit je toch te knoeien! • what a mess you've made!met tabak/eten knoeien • spill tobacco/one's food (all over the place) -
9 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:grof vuil • (collection of) bulky refuseergens voor oud vuil liggen • 〈 figuurlijk〉 lie in the gutter, be down and outvuil storten • tip/dump/shoot rubbishverboden vuil te storten • dumping prohibited, no tipping/dumping————————vuil2♦voorbeelden:1 de vuile kopjes • the dirty/used cupsvuile taal • dirty/foul/filthy language2 iemand een vuile streek leveren • pull a fast one/play a dirty/nasty trick on someonevuile viezerik/leugenaar • dirty/filthy swine/liareen vuile zaak/vuil zaakje • a dirty business3 iemand vuil aankijken • give someone a dirty/foul/filthy/nasty look5 het varken woog vuil 150 pond • the pig weighed 150 pounds with wastage/had a gross weight of 150 pounds〈 informeel〉 (van loon, salaris enz.) vuil in handen krijgen • be paid cash in hand (and no questions asked)6 een vuile maag hebben • feel queasy/sick -
10 werk
2 [plaats] work♦voorbeelden:het betere werk • the right thingzijn werk goed/slecht doen • make a good/bad job of one's workhet grote werk • the big jobgeen half werk doen • not stop at half measures, go the whole hogze houden hier niet van half werk • they don't do things by halves heredat is een heel werk • it's quite a joblos werk hebben • have a casual jobhet is onbegonnen werk • it's a hopeless taskpublieke werken • public workshet vuile werk opknappen (voor iemand) • do the dirty work (for someone)aangenomen werk • contract workeen nieuwe fabriek geeft werk aan 250 mensen • a new factory provides jobs/work for 250 people(vast) werk hebben • have a regular jobhet is zijn werk • it's his businesshij kan het werk niet aan • 〈 te zwaar〉 he isn't up to his work; 〈 te veel〉 he's up to the neck in workveel werk maken van de aankleding van zijn huis • take great pains over the furnishing of one's houseiemand werk opdragen • give someone a task(op school) werk opgeven • give an assignmentwerk zoeken • look for work/employment〈 figuurlijk〉 heb je altijd zo lang werk met het eten klaarmaken • do you always take so long preparing dinner/breakfast/ 〈enz.〉aan het werk gaan • set to workaan het werk houden • keep goingiedereen aan het werk! • everybody to their work!iemand aan het werk zetten • put someone to workhard aan het werk gaan • set to work at full tilt〈 figuurlijk〉 er is werk aan de winkel • there's work to be done, there's a lot to do/to be doneer is weinig werk in de bouw • work is slack in the building tradehoe gaat dat in z'n werk? • how is it done?werk in uitvoering • road workshoe is dat allemaal in zijn werk gegaan • how did it all come abouthet ging allemaal zo razendsnel in zijn werk • it was all such very quick workonder het werk mag er niet gerookt worden • smoking is forbidden at work/during working hourste werk stellen • employ, set to workheel behoedzaam te werk gaan • go very carefullyimpulsief te werk gaan, oneerlijk te werk gaan • act on impulse, act unfairlyieder ging op zijn eigen manier te werk • each took his/her own linezonder werk zitten • be out of work/unemployedniet op zijn werk komen • fail to turn up for work/dutywerk van iemand maken • play up to someonewerk van iets maken • do something about something; take action; 〈 sterker〉 put some work into something; 〈 klacht indienen〉 complain about somethingze wilden er geen werk van maken • they didn't want to take the matter in handalles in het werk stellen • make every effort to, strain every nerve (to), leave no stone unturneddat is geen werk • that's unfair
См. также в других словарях:
Arm (Adj.) — 1. Arm an Begierden macht reich an Vermögen. 2. Arm an Gelde, arm an Begierden. Die Wünsche sollen sich nach den Mitteln richten. 3. Arm auf dem Lande ist besser als reich zur See. Lat.: In terra pauperem. (Erasm., 827.) 4. Arm heisst: Gott… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Begehrlich — 1. Er ist nicht begehrlich, aber er will alles haben. Holl.: Hij is niet gierig, maar hij heeft gaarne alles. (Harrebomée, I, 43.) 2. Zu begehrlich, bleibt nicht ehrlich. Holl.: Al te begeerlijk maakt oneerlijk. (Harrebomée, I, 43.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon