-
1 onderwijzer
onderwijzer, onderwijzeres -
2 onderwijzer
onderwijzer, onderwijzeres1 [met betrekking tot een school] (school)teacher ⇒ 〈 Brits-Engels ook〉 schoolmaster 〈 mannelijk〉, schoolmistress 〈 vrouwelijk〉 -
3 onderwijzer
-
4 onderwijzer
instruktorDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > onderwijzer
-
5 onderwijzer
n. teacher, schoolteacher, schoolmaster, master, educationalist, instructor -
6 onderwijzer
lehrer -
7 onderwijzer
öğretmen s -
8 onderwijzer
instituteur -
9 onderwijzer
instruktor -
10 een geflipte onderwijzer
een geflipte onderwijzer -
11 die jongen zweert bij zijn onderwijzer
die jongen zweert bij zijn onderwijzerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die jongen zweert bij zijn onderwijzer
-
12 een geflipte onderwijzer
een geflipte onderwijzerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geflipte onderwijzer
-
13 een strenge onderwijzer
een strenge onderwijzera stern/strict teacherVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een strenge onderwijzer
-
14 prive-onderwijzer
-
15 ucitelj
onderwijzer -
16 form master
onderwijzer -
17 Arabic teacher
onderwijzer van arabisch -
18 class tutor
onderwijzer,leraar -
19 special education teacher
onderwijzer voor buitengewoon onderwijs (in speciale bijzonder-onderwijs-klassen) -
20 maître
maître1 [metr],maîtresse [metres]〈m., v.〉1 heer, vrouw ⇒ meester(es), gebieder, baas2 onderwijzer(es) ⇒ leermeester, schoolmeester, voorganger♦voorbeelden:maître, maîtresse de maison • heer, vrouw des huizesêtre maître de son sujet • zijn onderwerp beheersenêtre maître, le maître • de baas zijnêtre son maître • zijn eigen baas zijnêtre maître de soi • zich beheersenêtre maître de son destin • het lot in eigen handen hebbenêtre maître de faire qc. • vrij zijn iets te doenmaître à penser • geestelijk leermeesterse rendre maître de • zich meester maken van, bemachtigense rendre maître d'un incendie • een brand meester wordense rendre maître d'un secret • achter een geheim komenle capitaine est le maître après Dieu • de kapitein is schipper naast Godil est passé maître dans l'art de mentir • hij is heel handig geworden in het liegenen maître • met gezagrégner en maître • de onmiskenbare heerser, meester zijnparler en maître • op gebiedende toon sprekenmaître nageur • badmeester; zwemleraarmaître auxiliaire • leraar met tijdelijke aanstellingmaître de chapelle • kapelmeestermaître compagnon • werkbaas, meesterknechtmaître de conférences • lectormaître d'école • (school)meester, onderwijzermaître de l'heure • persoon van wie actuele gebeurtenissen afhangen(à la) maître d'hôtel • met boter- en peterseliesaus4 maître Aliboron • steiloor, domme bemoeialmaître Renard • Reinaert de Vosmaître anonyme • onbekende meester————————maître2 [metr],maîtresse [metres]1 hoofd- ⇒ belangrijkste, meester-♦voorbeelden:maître autel • hoofdaltaarmaître coq, queux • meester-kokmaîtresse femme • kranige vrouwl'oeuvre maîtresse • het belangrijkste werkpoutre maîtresse • hoofdligger, -balk1. m (f - maîtresse)1) heer/vrouw, meester/-eres, baas/bazin2) onderwijzer/-eres, schoolmeester2. = maîtresse; adjbelangrijkste, hoofd-, meester-
См. также в других словарях:
ONDERWIJZER, ABRAHAM BEN SAMSON HA-KOHEN — (1862–1934), Dutch rabbi. Born in Muiden, near Amsterdam, Onderwijzer studied at the rabbinical seminary of Amsterdam under Rabbi … Encyclopedia of Judaism