-
1 linge
linge [lẽzĵ]〈m.〉3 doek♦voorbeelden:linge de couleur • bonte waslinge de maison • linnengoedlinge de toilette • handdoeken en washandjesgros linge • lakens, grote waslinge hygiénique • maandverbandlinge à repasser • strijkgoeddu linge de rechange • een verschoningchanger de linge • schoon ondergoed aantrekken〈 informeel〉 il y a du beau linge, du linge • er lopen veel chic geklede vrouwen, mensen rond→ cordem1) wasgoed2) ondergoed3) doek -
2 lingerie
lingerie [lẽzĵrie]〈v.〉3 fabricage van, handel in ondergoedf1) lingerie, ondergoed2) linnenkamer -
3 dessous
dessous1 [dəsoe]〈m.〉1 onderkant ⇒ onderste deel, keerzijde3 geheim ⇒ (het) verborgene, hetgeen achter iets steekt♦voorbeelden:les voisins du dessous • de benedenburenles dessous de la politique • de politieke achtergrondenêtre dans le trente-sixième dessous • in de put zitten————————dessous2 [dəsoe]〈bijwoord; ook voorzetsel〉1 (er)onder ⇒ onderop, aan de onderkant♦voorbeelden:regarder qn. (par) en dessous • iemand tersluiks aankijken1. m1) onderkant2) geheim, (het) verborgene2. m pl 3. adv, prép(er)onder, aan de onderkant -
4 sous-vêtement
-
5 Wäsche
Wäsche〈v.; Wäsche, Wäschen〉♦voorbeelden:das Hemd ist (gerade) in der Wäsche • het hemd is (net) in de wasetwas in die, zur Wäsche geben • iets (in de wasserij) laten wassen2 gebrauchte, schmutzige Wäsche • vuile was, vuil (linnen)goeddie Wäsche wechseln • schoon ondergoed aandoen, zich verschonen -
6 underclothes
-
7 underwear
-
8 undies
-
9 woolly
adj. wollen, van wol; onduidelijk, vaag, wollig--------n. Wollen ondergoed; wollen trui, wollen vestwoolly1, 〈 Amerikaans-Engels spelling ook〉 wooly [ woelie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: woollies〉 〈 voornamelijk meervoud〉1 wolletje ⇒ trui, wollen kledingstuk/ondergoed————————woolly21 wollen ⇒ wollig, van wol2 onduidelijk ⇒ vaag, wollig, warrig -
10 бельё
linnengoed ; ondergoed -
11 кружевное бельё
adjgener. ondergoed met kant -
12 нижнее бельё
adjgener. onderkleding, ondergoed -
13 hosiery
n. gebreid of gewoven ondergoed, kousen[ hooziərie]1 (handel in) kousen/sokken en herenondergoed -
14 underclothing
-
15 undergarment
-
16 briefs
n. onderbroek, strakzittend ondergoed -
17 chemisette
n. (uit Frans) ondergoed door vrouwen gedragen (nek, schouders en borsten bedekkend) -
18 cilice
n. ondergoed van harenweefsel gemaakt; kledingstuk in verleden door monniken gedragen -
19 corsetiere
n. corsetière, korsettenmaakster, iemand die korsetten, bh's, gordels en ander gelijksoortig ondergoed maakt -
20 give someone a wedgie
(Slang) iemand zijn ondergoed omhoog trekken zodat het vastgeklemd is tussen zijn achterste
Страницы
- 1
- 2