-
1 uneasiness
n. onbehaaglijkheid♦voorbeelden: -
2 discomfort
n. ongemak--------v. ongemak veroorzaken[ diskumfət]1 ongemak ⇒ ontbering, moeilijkheid1 onbehaaglijkheid ⇒ ongemakkelijkheid, gebrek aan comfort -
3 malaise
-
4 uncomfortableness
n. ongemakkelijkheid; het niet op zijn gemak zijn; onbehaaglijkheid, onaangenaamheid; troosteloosheid -
5 threshold of discomfort
grens van onbehaaglijkheidEnglish-Dutch technical dictionary > threshold of discomfort
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский