-
1 omgespen
-
2 omgespen
-
3 omgespen
wwboucler, ceindre -
4 een riem omgespen
een riem omgespenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een riem omgespen
-
5 buckle
n. gesp; uitsteeksel--------v. kromtrekken; wankelen, bezwijken; (vast)gespen, aangespen, ontwrichtenbuckle1[ bukl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gesp————————buckle21 met een gesp sluiten/vastzitten ⇒ aangegespt (kunnen) worden2 kromtrekken ⇒ ontzetten, ontwricht raken3 wankelen ⇒ wijken, bezwijken♦voorbeelden:the ends of this necklace buckle together at the back • de uiteinden van deze ketting zitten van achter met een sluiting vast3 despite our efforts we buckled under their attack • ondanks onze inspanningen wankelden we onder hun aanval→ buckle to buckle to/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vast)gespen ⇒ aangespen, omgespen2 ontwrichten ⇒ ontzetten, (uit/ver)buigen♦voorbeelden:1 buckle up a belt • een riem omdoen/gespen -
6 riem
1 [gordel] belt2 [snaar, drijfriem] belt3 [band om iets vast te binden] strap 〈aan schoen/horloge〉 ⇒ belt 〈 over schouder〉, sling 〈van fototoestel/kijker/geweer〉, leash 〈 van hond〉4 [meervoud] [veiligheidsgordels] seat belts5 [roeispaan] oar6 [hoeveelheid papier] ream♦voorbeelden:schoenen met riempjes • strap shoes5 de riemen strijken/opsteken • lower/raise the oars〈 figuurlijk〉 (men moet) roeien met de riemen die men heeft • (one must) make do/manage/make shift with what one has (got), (one must) make the best of it -
7 umschnallen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский