-
1 open
2 [niet overdekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉 en plein air; 〈bijvoeglijk naamwoord; van auto〉 décapotable♦voorbeelden:open kampioenschap • championnat opende deur staat open • la porte est ouverteopen water • eau libreopen wond • plaie à vifopen met iemand zijn • être franc avec qn.open en bloot • au vu et au su de tout le monde -
2 ongedekt
♦voorbeelden:een ongedekte speler • un joueur démarqué -
3 markt
♦voorbeelden:zwarte markt • marché noiringestorte markt • marché morthet gat in de markt • le créneau (commercial)op de markt kopen • acheter au marchéop de markt staan • vendre au marchéop de markt komen met een nieuw product • lancer un nouveau produitiets uit de markt nemen • retirer qc. du marchézich uit de markt prijzen • être trop chervan alle markten thuis zijn • s'y connaître dans tous les domaines
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский