-
1 nein
♦voorbeelden:nein doch! • nee maar!aber nein! • nee toch! -
2 aber
aber11 nog eens, wederom♦voorbeelden:————————aber2〈 voegwoord〉2 〈 als versterking〉♦voorbeelden:1 aber dennoch, aber doch • ondanks alles, (maar) tochfährt er über Ulm oder aber über Nürnberg? • rijdt hij via Ulm dan wel, ofwel via Neurenberg?aber, aber! • foei zeg, nee zeg!2 das ist aber herrlich! • wat is dat heerlijk!aber gern! • ja, graag!aber ja! • ja natuurlijk!aber doch! • natuurlijk wel!aber nein! • nee toch! -
3 glauben
glauben♦voorbeelden:ich glaube dir jedes Wort • ik geloof alles wat je zegtich glaube dir kein Wort • ik geloof geen woord van wat je zegtjemanden glauben lassen, machen • iemand doen gelovenkaum zu glauben! • niet te geloven, ongelofelijk!jemandem glauben • iemand gelovenjemandem etwas glauben • iets aannemen van iemandich glaube ihm seine Krankheit nicht • ik geloof niet zo in zijn ziekteman glaubte ihm den Sinneswandel nicht • men was er (nog) niet zo van overtuigd dat hij van mening, opvatting veranderd isdas kannst du mir glauben! • dat kun je van mij aannemen!wer hätte das geglaubt! • wie had dat gedacht, kunnen denken!wers glaubt, wird selig! • een gek die het gelooft!ich glaube gar! • nee toch!, nee, nou nog mooier!das glaube ich gern! • ik geloof het graag!ich glaube, ja • ik geloof, denk van welich glaube, nein • ik geloof, denk van nietich glaube schon • ik geloof van weldas glaube ich wohl! • dat wil, kan ik wel geloven!an die Wahrheit glauben • in de waarheid geloven¶ 〈 spreekwoord〉 wer einmal lügt, dem glaubt man nicht, und wenn er auch die Wahrheit spricht • ±ieen leugenaar wordt niet geloofd, al zweert hij bij zijn ziel en hoofd/i -
4 ich glaube gar
ich glaube gar!nee toch!, nee, nou nog mooier! -
5 na
-
6 Entscheidungsfrage
-
7 Fresse
Fresse〈v.; Fresse, Fressen〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:halt die Fresse! • kop dicht!¶ (ach du) meine Fresse! • nee maar! wel allemachtig! -
8 Satan
Satan〈m.; Satans, Satane〉♦voorbeelden:1 der Satan soll dich holen! • loop naar de duivel!nein, beim, zum Satan! • nee, voor de(n) duivel! -
9 aber nein
aber nein!nee toch! -
10 ach du meine Fresse
(ach du) meine Fresse!nee maar! wel allemachtig! -
11 einmal hü und einmal hott sagen
dan weer ja, dan weer nee zeggenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einmal hü und einmal hott sagen
-
12 gütig
-
13 hü
-
14 jein
-
15 nein doch
nein doch!nee maar! -
16 nicht
♦voorbeelden:nicht doch! • nee maar, toe maar!nicht einmal • zelfs nietnicht nur …, sondern (auch) • niet alleen … maar (ook)wo nicht • indien nietim Leben nicht • nooit, in geen gevalnicht, dass ich wüsste • niet dat ik weetdas stimmt doch, nicht? • dat klopt toch, niet waar? -
17 nicht doch
nicht doch!nee maar, toe maar! -
18 so
so11 zo ⇒ (zo) van die, wat♦voorbeelden:also, na, nein, so (et)was! • nee maar!so etwas von Dummheit! • zoiets doms, stoms!so ein Pech! • wat 'n pech!————————so2〈 bijwoord〉1 zo♦voorbeelden:1 so genannt • zogenaamd, wat men noemt, zogenoemd, zogehetender eine sagt so, der andere so • de een zegt zus, de ander zoach, so ist das! • o, zit dat zo?so ist es! • juist!so mir nichts, dir nichts • zomaar (ineens), plotseling, plotsklapsbald so, bald so • nu eens zo, zus, dan weer zoso gut wie sicher • zo goed als zekernicht nur so • niet zomaarso viel • zoveel, evenveelso viel für heute • tot zover (voor) vandaagso weit • zover, tot zover, in zoverrees geht mir so weit gut • met mij gaat het redelijk, weldas ist so weit richtig, aber … • dat is wel juist, maar …und so weiter • enzovoort(s)so wenig • even weinig, zo weinig, evenminer ist so reich wie geizig • hij is net zo rijk als hij gierig isach so! • o, zit dat zo!, ah, zo!————————so3〈 voegwoord〉1 zo ⇒ als, hoe, dan♦voorbeelden:〈 formeel〉 er war nicht da, so bin ich gegangen • hij was er niet, dus ben ik maar gegaanso Leid es mir tut • hoezeer het me ook spijtsodass, so dass • zodat2 kaum war er weg, so kam ich an • nauwelijks was hij weg, of ik kwam aan -
19 zu gütig
zu gütig!dank u beleefd!, (nee,) merci!
См. также в других словарях:
née — née … Dictionnaire des rimes
Nee — may refer to: * Née or Nee, indicating a maiden name * NEE, a political party in Flanders, Belgium * Ne e? , a 2003 single by Aya MatsuuraPeople with the family name* Luis Née (fl. 1789 1794), a Franco Spanish botanistee also*Ni (disambiguation)… … Wikipedia
née — née, né Née is the feminine form of the French adjective meaning ‘born’ and is traditionally used to identify the maiden name of a married woman: Mrs Ann Smith, née Jones. In other cases it is used to denote the original name of a woman who has… … Modern English usage
née — [neı] [Date: 1700 1800; : French; Origin: , feminine form of né born ] used to say what a married woman s family name was when she was born. Née is put after her married name and before her old name →↑maiden name ▪ Mrs Elizabeth Davis, née… … Dictionary of contemporary English
nee — or née [nā; nē] adj. [Fr, fem. of né, pp. of naître < L nasci, to be born: see GENUS] born: used to indicate the maiden name of a married woman [Mrs. Helen Jones, née Smith] … English World dictionary
Nee — (n[asl]), p. p., fem. [F., fr. L. nata, fem. of natus, p. p. of nasci to be born. See {Nation}.] Born; a term sometimes used in introducing the name of the family to which a married woman belongs by birth (i.e. her maiden name); as, Madame de… … The Collaborative International Dictionary of English
nee — introducing the maiden name of a married woman, 1758, from Fr. née, fem. pp. of naître born, from L. natus, pp. of nasci to be born (Old L. gnasci; see GENUS (Cf. genus)) … Etymology dictionary
née — ► ADJECTIVE (masc. né) ▪ born (used in citing a person s former name, especially a married woman s maiden name): Mrs. Hargreaves, née Liddell. ORIGIN French … English terms dictionary
nee — фр. (нэ) урожденная (указывается перед девичьей фамилией во многих странах мира). Толковый словарь иностранных слов Л. П. Крысина. М: Русский язык, 1998 … Словарь иностранных слов русского языка
nee — (Fr.) Word used to show maiden family name of a married woman. Short Dictionary of (mostly American) Legal Terms and Abbreviations … Law dictionary
nee — ↑ne1 … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache