-
1 assiduité
assiduité [aasieduu.ietee]〈v.〉1 nauwgezetheid ⇒ stiptheid, toewijding, ijver♦voorbeelden:1. f1) nauwgezetheid, stiptheid2) veelvuldig bezoek, regelmatige aanwezigheid2. assiduitésf plopdringerigheid [tegenover vrouwen] -
2 conscience
conscience [kõsjãs]〈v.〉♦voorbeelden:avoir, prendre conscience de qc. • zich iets bewust zijn, wordenperdre conscience • 't bewustzijn verliezenexamen de conscience • gewetensonderzoekliberté de conscience • gewetens-, geloofsvrijheidmauvaise conscience • slecht gewetenavoir la conscience large • een ruim geweten hebbenavoir bonne conscience • een goed geweten hebbenopprimer les consciences • de gewetensvrijheid onderdrukkenen conscience • in alle oprechtheid3 conscience professionnelle • plichtsbesef, beroepsethiekf1) geweten2) besef, bewustzijn -
3 régularité
-
4 scrupule
scrupule [skruupuul]〈m.〉♦voorbeelden:avoir des scrupules • scrupules hebben, bedenkingen hebbenêtre dénué de scrupules, sans scrupules • geen scrupules hebben, gewetenloos zijnm -
5 superstition
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский