-
1 nadruk
aksènt -
2 primary accent
nadruk -
3 give emphasis to
nadruk leggen op -
4 lay emphasis
nadruk leggen -
5 piratical software
nadruk plegende software (software dat onwettig gecopieerd is) -
6 accent
n. accent; aandacht; nadruk--------v. er op wijzen; accentueren; nadruk leggen opaccent1[ æksnt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:speak English without an accent • Engels spreken zonder accent————————accent2 -
7 stress
n. spanning, geestelijke spanning; nood; onderstreept; belang; aanpassing--------v. drukken; benadrukken, beklemtonenstress1[ stres] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 spanning ⇒ druk, stress, belasting♦voorbeelden:(be) under great stress • onder (hoog)spanning (staan), onder (hoge) druk (staan)————————stress2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 emphase
emphase [ãfaaz]〈v.〉1 gezwollenheid ⇒ hoogdravendheid, nadrukf1) gezwollenheid, vals pathos2) nadruk [taal] -
9 Nachdruck
Nachdruck〈m.〉♦voorbeelden:einer Forderung Nachdruck verleihen • een eis kracht bijzettenetwas mit Nachdruck betreiben • iets met voortvarendheid ter hand nemen -
10 все права сохраняются
ngener. (авторские) nadruk verboden nadrukRussisch-Nederlands Universal Dictionary > все права сохраняются
-
11 accentuate
v. benadrukken, de nadruk leggen op[ əksentsjoe▪eet] 〈zelfstandig naamwoord: accentuation〉1 benadrukken ⇒ de nadruk/klemtoon leggen op -
12 overemphasis
n. het te veel nadruk leggen op-; overdreven nadruk -
13 accent
accent [aaksã]〈m.〉2 accent ⇒ tongval, uitspraak4 stembuiging ⇒ uitdrukking, toon, klank♦voorbeelden:3 accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ) • accent aigu (´), grave (´), circonflexe (ˆ)m1) klemtoon, nadruk2) accent3) toon -
14 accentuation
accentuation [aaksãtuu.aasjõ]〈v.〉3 verscherping ⇒ toename, versterkingf2) beklemtoning, nadruk3) toename, versterking -
15 appuyer
appuyer [aapŵie.ee]1 steunen ⇒ leunen, rusten2 drukken♦voorbeelden:1 appuyer contre le mur • leunen, steunen tegen de muurII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:appuyer une affirmation sur de bons arguments • een bewering op goede argumenten baseren1. v1) steunen, leunen, rusten2) beklemtonen5) baseren6) ondersteunen7) drukken (op)2. s'appuyerv1) steunen (op), leunen (op) -
16 insister
insister [ẽsiestee]〈 werkwoord〉2 aandringen ⇒ aanhouden, volhouden♦voorbeelden:insister pour qc. • op iets aandringeninsister sur le fait que, pour dire que • er met nadruk op wijzen datinutile d'insister • je hoeft niet verder aan te dringenil ne faut pas trop insister • u moet de zaak niet te ver doordrijvenn'insistons pas! • laten we er maar over ophouden! -
17 выразительность
ngener. uitdrukkingskracht, expressie, nadruk -
18 нажим
ngener. knelling, nadruk, pressie -
19 настойчиво
advgener. nadrukkelijk, met aandrang, met nadruk -
20 новое издание
См. также в других словарях:
nadruk — {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż IIa, D. u {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} drukowany napis : {{/stl 7}}{{stl 10}}Kolorowe nadruki na gazetach. Nadruk na kopercie. {{/stl 10}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}2. {{/stl… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
nadruk — m III, D. u, N. nadrukkiem; lm M. i 1. «drukowany napis na czymś» Kolorowy nadruk na obwolucie. Przesyłka z nadrukiem „Pilne . 2. «kolorowy deseń odbity na czymś (np. na papierze, tkaninie) techniką drukarską» Nadruk papieru opakowaniowego, tapet … Słownik języka polskiego
Nico Engelschman — Niek Engelschmanbrug, el puente de Niek Engelschman, en Ámsterdam. Nico (Niek) Engelschman (seudónimo: Bob Angelo) (Ámsterdam, 12 de noviembre de 1913 id., 27 de octubre de 1988) fue un actor y activista gay holandés, combatiente de la resistenc … Wikipedia Español
Dele Court — (spr. Dele Kuhr), Victor Humbert Joseph Hubert (pseudonym Van der Howe), geb. 1806 zu Bergen im Hennegau, studirte in Löwen Rechtswissenschaft u. wurde Vorsitzender des Strafgerichts erster Instanz in Brüssel, befaßte sich in seinen Mußestunden… … Pierer's Universal-Lexikon
ceramiczny — 1. «produkujący ceramikę; używany przy produkcji ceramiki» Przemysł ceramiczny. Tworzywo ceramiczne. ∆ Farby ceramiczne «barwniki mineralne, odporne na działanie wysokiej temperatury, stosowane do zdobienia wyrobów ceramicznych i szkła» ∆ Nadruk… … Słownik języka polskiego
nadrukować — dk IV, nadrukowaćkuję, nadrukowaćkujesz, nadrukowaćkuj, nadrukowaćował, nadrukowaćowany nadrukowywać ndk VIIIa, nadrukowaćowuję, nadrukowaćowujesz, nadrukowaćowuj, nadrukowaćywał, nadrukowaćywany 1. «wydrukować większą liczbę, ilość czegoś»… … Słownik języka polskiego
etykieta — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. ż Ia, CMc. etykietaecie {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} element opakowania (nalepka, nadruk, ulotka), zawierający nazwę towaru, znak producenta, dane o wyrobie itp. : {{/stl 7}}{{stl… … Langenscheidt Polski wyjaśnień