-
1 naarheid
-
2 naarheid
♦voorbeelden: -
3 naarheid
сущ.общ. неприятность, унылость, гнетущее чувство, мерзость, мрачность -
4 naarheid
n. unpleasantness, dreariness -
5 je hoort niets dan naarheid
-
6 de naarheid van de nacht
de naarheid van de nachtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de naarheid van de nacht
-
7 je hoort niets dan naarheid
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je hoort niets dan naarheid
-
8 гнетущее чувство
-
9 мерзость
ngener. narigheid, gruwelijkheid, naarheid -
10 мрачность
ngener. grauwheid, treurigheid, naarheid -
11 неприятность
n1) gener. grief, grieve, naarheid, onaangenaamheid, onaardigheid, ongemak, onlust, beroerdheid, displezier, narigheid, verdriet2) ironic. lekkers -
12 унылость
ngener. naarheid, treurigheid
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский