-
21 шитьё
ngener. naaldewerk, naaldwerk, naaiwerk -
22 sewing
naalwerk, naaiwerk -
23 beleg
1 [belegering] siege2 [broodbeleg] (sandwich) filling3 [naaiwerk] facing♦voorbeelden:het beleg slaan (voor) • lay siege (to) -
24 handwerkje
♦voorbeelden:1 met een handwerkje bezig zijn • do some needlework/embroidery -
25 Näharbeit
-
26 Nähzeug
-
27 Stichelei
Stichelei〈v.; Stichelei, Sticheleien〉 〈 informeel〉1 stekeligheid, hatelijkheid ⇒ steek (onder water)2 gepriegel, pietepeuterig naaiwerk
Страницы
- 1
- 2