-
21 niet mogen klagen
niet mogen klagen -
22 we mogen deze ontwikkelingen zeker niet veronachtzamen
we mogen deze ontwikkelingen zeker niet veronachtzamenDeens-Russisch woordenboek > we mogen deze ontwikkelingen zeker niet veronachtzamen
-
23 wij mogen niet vergeten dat …
wij mogen niet vergeten dat …nous ne devons pas oublier que … -
24 ze mogen me hier niet zien
ze mogen me hier niet zien -
25 zich in een goede gezondheid (mogen) verheugen
zich in een goede gezondheid (mogen) verheugenDeens-Russisch woordenboek > zich in een goede gezondheid (mogen) verheugen
-
26 ergens naar believen gebruik van mogen maken
ergens naar believen gebruik van mogen makenbe free to do/use somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens naar believen gebruik van mogen maken
-
27 gratis met de bus mee mogen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gratis met de bus mee mogen
-
28 had hij dit nog maar mee mogen maken
had hij dit nog maar mee mogen makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > had hij dit nog maar mee mogen maken
-
29 het heeft niet zo mogen zijn
het heeft niet zo mogen zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het heeft niet zo mogen zijn
-
30 het is mij een voorrecht u te mogen begroeten
het is mij een voorrecht u te mogen begroetenit is a privilege/an honour for me to welcome youVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is mij een voorrecht u te mogen begroeten
-
31 het moest niet mogen
het moest niet mogenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het moest niet mogen
-
32 het zou ons aangenaam zijn van u te mogen vernemen
het zou ons aangenaam zijn van u te mogen vernemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zou ons aangenaam zijn van u te mogen vernemen
-
33 ik meen te mogen beweren dat …
ik meen te mogen beweren dat …I submit that …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik meen te mogen beweren dat …
-
34 je had me wel eens mogen waarschuwen
je had me wel eens mogen waarschuwenyou might/could have warned meVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je had me wel eens mogen waarschuwen
-
35 jullie mogen kiezen
jullie mogen kiezenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jullie mogen kiezen
-
36 kunnen/mogen meedingen
kunnen/mogen meedingenbe able/allowed/eligible to competeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kunnen/mogen meedingen
-
37 wij mogen niet in onze pogingen verslappen
wij mogen niet in onze pogingen verslappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij mogen niet in onze pogingen verslappen
-
38 zich in een goede gezondheid (mogen) verheugen
zich in een goede gezondheid (mogen) verheugenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in een goede gezondheid (mogen) verheugen
-
39 zitten te popelen om weg te mogen
zitten te popelen om weg te mogenbe raring/itching to goVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zitten te popelen om weg te mogen
-
40 zou ik u iets mogen vragen?
zou ik u iets mogen vragen?would you mind if I asked you a question?; 〈 informeel〉 can I ask you something?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zou ik u iets mogen vragen?
См. также в других словарях:
Mögen — Mögen, verb. irreg. neutr. Präs. ich mag, du magst, er mag, wir mögen u.s.f. Conjunct. ich möge; Imperf. ich mochte, (nicht mogte,) Conjunct. möchte; Mittelw. gemocht, (nicht gemogt;) Imperat. welcher doch nur in der Zusammensetzung mit ver… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
mögen — Vprpr std. (8. Jh.), mhd. mugen, mügen, ahd. mugan, magan u.a., as. mugan können, vermögen Stammwort. Aus g. * mag Prät. Präs. kann, vermag , auch in gt. mag, anord. má, ae. mæg, afr. mei, (as. mag, ahd. mag). Außergermanisch vergleicht sich… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
mögen — V. (Grundstufe) jmdn. oder etw. gernhaben Beispiele: Ich mag Einkäufe machen. Sie mag ihren Job nicht. mögen V. (Aufbaustufe) Modalverb mit dem der Wunsch, etw. zu tun, ausgedrückt wird Beispiele: Ich möchte dir helfen, aber ich bin jetzt sehr… … Extremes Deutsch
mögen — mögen: Das gemeingerm. Verb (Präteritopräsens) mhd. mügen, ahd. mugan, got. magan, engl. may, schwed. må geht mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen auf die Wurzel *magh »können, vermögen« zurück, vgl. z. B. die slaw. Sippe von russ.… … Das Herkunftswörterbuch
mögen — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • gern haben • etwas gern tun • können • dürfen • möchten Bsp.: • … Deutsch Wörterbuch
mögen — mögen, mag, mochte, hat gemocht 1. Ich mag keinen Reis. 2. Möchtest du noch ein Stück Kuchen? 3. Ich möchte gern Herrn Schmidt sprechen. 4. Herr Müller, Sie möchten bitte sofort zum Chef kommen … Deutsch-Test für Zuwanderer
mögen — gewogen sein; liebgewonnen haben; lieb gewonnen haben; gernhaben; gut ausstehen können (umgangssprachlich); mit jemandem gut können (umgangssprachlich); mit jemandem können (umgangssprachlich … Universal-Lexikon
mögen — mö̲·gen1; mag, mochte, hat mögen; Modalverb; 1 Infinitiv + mögen den Wunsch haben, etwas zu tun ≈ wollen1, wünschen: Sie möchte nach dem Abitur studieren; Möchtest du mit uns wandern?; Er mag nicht mit dem Rauchen aufhören; Ich hätte sehen mögen … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Mögen — 1. Ich mag dich, wenn du weit von mir bist. (Rottenburg.) 2. Ich mag sie nicht, sprach der Fuchs. – Eiselein, 442. Nämlich die Traube, die er nicht erreichen konnte. Wenn jemand etwas venschmäht, was er nicht bekommen kann. 3. Ick mag se nich,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
mögen — a) angetan sein, sich begeistern, begeistert sein, eine Schwäche/eine Vorliebe haben, etwas übrighaben, gefallen, Gefallen haben, lieben, schwärmen; (bildungsspr.): ein Faible haben; (ugs.): abfahren, Feuer und Flamme sein, jmds. Fall sein, toll… … Das Wörterbuch der Synonyme
mogen — • fullvuxen, utvuxen, mogen … Svensk synonymlexikon