-
1 miscarriage
-
2 miscarry
v. mislukken, falen; een miskraam hebben[ miskærie] 〈 miscarried〉 -
3 abort
v. aborteren, annuleren, verijdelen, aflassen, mislukken; (in computers) een lopend computer procedure of programma verlaten[ əbo:t]1 (doen) aborteren ⇒ een miskraam hebben/opwekken, ontijdig bevallen2 tot een ontijdig einde komen/brengen ⇒ (doen) mislukken; 〈 in het bijzonder luchtvaart, ruimtevaart〉 (de vlucht) voortijdig afbreken♦voorbeelden:abort a pregnancy • een zwangerschap afbreken/onderbreken -
4 abortion
n. abortus (eindigen van verwachting)[ əbo:sjn]2 onvolgroeid/mismaakt schepsel ⇒ wangedrocht, dwerg -
5 abortional
adj. betr. een miskraam hebben/opwekken -
6 abortus
n. abortus; miskraam, een geaborteerde foetus -
7 had a miscarriage
had een miskraam -
8 had an abortion
heeft een miskraam gehad -
9 have an abortion
een miskraam hebben
См. также в других словарях:
miskraam — trowebere … Woordenlijst Sranan