-
1 disagreement
n. meningsverschil; verschil[ dissəgrie:mənt]1 onenigheid ⇒ meningsverschil, ruzie♦voorbeelden:1 he was in disagreement with his employer's plans • hij was het niet eens met de plannen van zijn werkgever -
2 dissension
-
3 dissidence
-
4 difference
n. anders, onderscheid; verschil[ difrəns]♦voorbeelden:that makes all the difference • dat maakt veel uit -
5 disagree
v. oneens zijn (met); van mening verschillen[ dissəgrie:]1 het oneens zijn ⇒ verschillen van mening, ruziën2 verschillen ⇒ niet kloppen, niet overeenkomen♦voorbeelden:disagree with someone about something • het oneens met iemand zijn over iets, een andere mening hebben over iets dan iemandhis account of the events disagrees with mine • zijn verslag van de gebeurtenissen komt niet overeen met het mijne→ disagree with disagree with/ -
6 father and mother sometimes disagree
English-Dutch dictionary > father and mother sometimes disagree
-
7 polemic
adj. polemisch; argumenterend--------n. polemie, argumentatie, meningsverschilpolemic1[ pəlemmik] 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉1 polemiek ⇒ woord/pennenstrijd, twist————————polemic21 polemisch ⇒ twist-, twistziek -
8 stormy petrel
reden om ruzie te maken of voor meningsverschilstormvogeltje; 〈 figuurlijk〉onheilsbode, onrustzaaier———————— -
9 Arab-Israeli conflict
het Arabische-Israëlische conflict (het bijna onoverkomelijke meningsverschil tussen arabieren en joden) -
10 difference of opinion
verschil van mening, meningsverschil -
11 disaccord
n. meningsverschil; gebrek aan overeenstemming--------v. van mening verschillen, het oneens zijn met een ander -
12 disconformity
n. ongelijkvormigheid; het niet aanpassen; meningsverschil; (Geologie) breuk in een reeks sedimentaire rotsen die ongeveer dezelfde daling hebben -
13 disharmonise
v. meningsverschil hebben; deharmoniseren -
14 disharmonize
v. meningsverschil hebben; deharmoniseren -
15 dissidently
adv. uit meningsverschil -
16 inarguable
adj. zonder meningsverschil -
17 indisputability
n. onvermogen om meningsverschil te uiten -
18 joinder of issues
vereniging van zaken of partijen bij meningsverschil (in rechtspraak) -
19 quarreling
n. twistgesprek, dispuut met boze woorden; haarkloverij; verschil in opinie, meningsverschil -
20 question of fact
kwestie (in rechtszaak) die beslist wordt door de jury (meningsverschil, gesprek inzake de feiten)
- 1
- 2