-
1 rivaliser
rivaliser (de) [rievaaliezee]〈 werkwoord〉1 wedijveren (in) ⇒ mededingen, concurreren♦voorbeelden:rivaliser de générosité • proberen elkaar te overtreffen in edelmoedigheidv(de) wedijveren (in) -
2 concourir
concourir [kõkoerier]〈 werkwoord〉2 mededingen ⇒ wedijveren, meedoen aan een wedstrijd♦voorbeelden:
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский