-
1 manieren
n. manners -
2 beschaafde manieren
beschaafde manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > beschaafde manieren
-
3 boerse manieren
boerse manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > boerse manieren
-
4 galante manieren
galante manierenchivalrous manners, elegant mannersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > galante manieren
-
5 goede/geen manieren hebben
goede/geen manieren hebbenhave good/no mannersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goede/geen manieren hebben
-
6 het getuigt van slechte manieren
het getuigt van slechte manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het getuigt van slechte manieren
-
7 hij staat op goede manieren
hij staat op goede manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij staat op goede manieren
-
8 je kunt het op beide manieren doen
je kunt het op beide manieren doenyou can do it either way/both waysVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt het op beide manieren doen
-
9 keurige manieren
keurige manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > keurige manieren
-
10 linkse manieren
linkse manierengauche behaviour/mannersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > linkse manieren
-
11 onbeschaafde manieren
onbeschaafde manierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onbeschaafde manieren
-
12 op alle mogelijke manieren
op alle mogelijke manierenin every possible/conceivable wayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op alle mogelijke manieren
-
13 ruwe manieren
ruwe manieren -
14 slechte manieren aanleren
slechte manieren aanlerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > slechte manieren aanleren
-
15 stijve bewegingen/manieren
stijve bewegingen/manierenstiff movements/mannersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > stijve bewegingen/manieren
-
16 wat zijn dat voor manieren!
wat zijn dat voor manieren!what kind of behaviour is that!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wat zijn dat voor manieren!
-
17 zijn manieren staan me tegen
zijn manieren staan me tegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn manieren staan me tegen
-
18 manier
2 [meervoud] [omgangsvormen] manners♦voorbeelden:iets op zijn eigen manier doen • do something in one's own wayiets op de juiste manier doen • do something properly/the right wayik vind het maar een rare manier van doen • I think it's a pretty strange thing to dohaar manier van doen • her manner/way of behaving, her behaviourhun manier van leven • their way of lifede manier waarop • the way (in which) it is doneop die manier bereik je niks • that will get you nowhereo, op die/zo'n manier • oh, I see! 〈 ook ironisch〉op een fatsoenlijke manier • in a decent manner, decentlyhij probeerde leuk te zijn op zijn manier • he tried to be what he thought was funnyop alle mogelijke manieren • in every possible/conceivable wayop die manier kom je nooit klaar • at this rate you'll never be finishedop de een of andere manier • somehow or otherop de gebruikelijke/die manier • (in) the usual/that waydat is dé manier • that is the right waydat is geen manier (van doen) • that is not the way (to do things/to treat someone)2 goede/geen manieren hebben • have good/no mannershet getuigt van slechte manieren • it shows bad mannerswat zijn dat voor manieren! • what kind of behaviour is that! -
19 aanleren
2 [onderwijzen] teach♦voorbeelden: -
20 beide
♦voorbeelden:in jullie beider belang • for both your sakeseen opvallend verschil tussen hun beide dochters • a striking difference between their two daughtersin beide gevallen • in either case/both casesje kunt het op beide manieren doen • you can do it either way/both waysons beider vriend • our mutual friendze kunnen het beiden gedaan hebben • either of them could have done itze zijn beiden getrouwd • they are both married, both (of them) are marriedwie van beiden kies je? • which of the two do you choose?wij beiden • both of us, the two of uséén van beiden heeft het gedaan • one of the two did itze weten het geen van beiden • neither of them knowsgeen van beide kandidaten • neither candidate
См. также в других словарях:
Manieren — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • Benehmen • Etikette Bsp.: • Wo bleibt dein gutes Benehmen? … Deutsch Wörterbuch
Manieren — Ma·nie·ren die; Pl; die Art und Weise, wie man sich benimmt ≈ Benehmen, Umgangsformen <gute, schlechte, feine, keine Manieren haben; jemandem Manieren beibringen> || K: Tischmanieren … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Manieren — Manier (von französisch la manière: „Art und Weise“) bezeichnet: Manier (Stil), in Kunst und Literatur ein Synonym zu Stil, Eigenart im Festungsbau ein individuelles Befestigungssystem, siehe Fachbegriffe Festungsbau Manieren bezeichnet: gutes… … Deutsch Wikipedia
Manieren — Anstand, Art, Auftreten, Benehmen, Betragen, Erziehung, Gebaren, Kinderstube, Schliff, Sitten, Umgangsformen, Verhalten; (ugs.): Benimm. * * * Manieren→Benehmen … Das Wörterbuch der Synonyme
Manieren — Manier »Art und Weise, Eigenart« (nur Singular), der Plural Manieren ist im Sinne von »Umgangsformen« gebräuchlich: Das Substantiv wurde in mhd. Zeit (mhd. maniere) aus afrz. manière »Art und Weise, Gewohnheit; Benehmen« entlehnt, das von dem… … Das Herkunftswörterbuch
Manieren — Stil; Umgangsformen; Benehmen; feine Sitte; Anstand; Etikette … Universal-Lexikon
Manieren — Umgangsformen … Zitate - Herkunft und Themen
Manieren — нем. [мани/рэн] украшения, мелизмы (нем. термин 18 в.) … Словарь иностранных музыкальных терминов
Manieren — Ma|nie|ren Plural (Umgangsformen, [gutes] Benehmen) … Die deutsche Rechtschreibung
MANIEREN — (нем.), cм. Украшения … Музыкальный словарь Римана
Mannheimer Manieren — Als Mannheimer Manieren wird eine Gruppe musikalischer Effekte oder Figuren bezeichnet, die von der Mannheimer Schule entwickelt und verwendet wurde. Dazu zählen Tremoli, gebrochene Akkorde, singendes Allegro, Rakete, Funken, Walze, Vögelchen,… … Deutsch Wikipedia