-
1 hauberk
-
2 chain armour
-
3 clothed in chain armour
clothed in chain armour -
4 coat of mail
-
5 coat
n. jas; laag; bedekking--------v. bedekken; overtrekken; inpakkencoat1[ koot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (over)jas ⇒ mantel, jasje2 vacht ⇒ beharing, verenkleed3 schil ⇒ dop, rok♦voorbeelden:4 coat of paint/dust • verf/stoflaag¶ coat of arms • wapenschild, familiewapencoat of mail • maliënkoldertrail one's coat • ruzie zoeken————————coat2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:pills are sometimes coated with sugar • om pillen zit soms een laagje suiker -
6 mail
n. post; harnas--------v. posten, versturenmail1[ meel] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mail2〈 werkwoord〉 -
7 crowbill
n. verlostang (Medicijnen); hamer die op een pikhouweel lijkt die in Europa werd gebruikt (van ijzer of staal gemaakt), kogeltang; punt van de pikhouweel is zeer effectief om maliënkolder of naad van pantserkleding te doordringen)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский