-
1 make out
begrijpen; schrijven (cheque e.d.); zienmake out1 klaarspelen ⇒ het maken, zich redden3 vrijen♦voorbeelden:1 the European industry is not making out as bad as everybody says • met de Europese industrie gaat het niet zo slecht als iedereen zegt2 how are you making out with Leila? • hoe gaat het tussen jou en Leila?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitschrijven ⇒ opmaken, invullen5 begrijpen ⇒ snappen, hoogte krijgen van♦voorbeelden:1 make out a cheque to/in favour of • een cheque uitschrijven op naam van/ten gunste vanhe made out that … • hij beweerde dat …I can't make out this message • ik snap dit bericht nietwe couldn't make out if/whether they wanted to move or not • we konden er niet achter komen/wisten niet of ze nu wilden verhuizen of niet¶ how do you make that out? • hoe kom je daar bij? -
2 make (out) one's case
-
3 make out a cheque to/in favour of
make out a cheque to/in favour ofeen cheque uitschrijven op naam van/ten gunste vanEnglish-Dutch dictionary > make out a cheque to/in favour of
-
4 I can't make out this message
-
5 sign/make out a receipt
sign/make out a receipt -
6 we couldn't make out if/whether they wanted to move or not
we couldn't make out if/whether they wanted to move or notwe konden er niet achter komen/wisten niet of ze nu wilden verhuizen of nietEnglish-Dutch dictionary > we couldn't make out if/whether they wanted to move or not
-
7 make a monkey (out) of someone
iemand voor aap/voor schut zetten -
8 make capital (out) of
-
9 make men out of
-
10 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
11 make a mountain out of a molehill
English-Dutch dictionary > make a mountain out of a molehill
-
12 make it with
v. (Slang) sex hebben met (als in "She made out with him last night"); op sexuele manier kussen en liefkozen -
13 make a laughingstock out of
mikpunt/doelwit v. spot maken -
14 make mountains out of molehills
van een muis een olifant maken -
15 I can't make Mary out
-
16 earn/gain/get/make a living (as/out of/by)
earn/gain/get/make a living (as/out of/by)English-Dutch dictionary > earn/gain/get/make a living (as/out of/by)
-
17 how do you make that out?
how do you make that out?hoe kom je daar bij? -
18 did not make a big deal out of
maakte er geen punt van -
19 let's not make a big issue out of it
laten we er geen grote zaak van makenEnglish-Dutch dictionary > let's not make a big issue out of it
-
20 case
n. geval; zaak; rechtszaak; toestand; reden; naamval (grammatica); krat, kist, doos; (in computers) metalen omhulsel waarin zich alle interne onderdelen van de computer bevinden--------v. inpakken (ook in een kist)case1[ kees]1 geval ⇒ kwestie, zaak; stand van zaken; voorbeeld, specimen; patiënt, ziektegeval; 〈 informeel〉 (excentriek) type4 〈 benaming voor〉 omhulsel 〈 voornamelijk met inhoud〉 ⇒ doos, kist, koffer; zak, tas(je); schede, koker; huls, mantel; sloop, overtrek; cassette, etui; omslag; band; uitstalkast, vitrine; kast 〈 van horloge, piano; voor boeken enz.〉; 〈 techniek, technologie〉 huis; trommel, bus; 〈 plantkunde〉 zaadhuisje/hulsel5 kozijn ⇒ raamwerk, deurlijst♦voorbeelden:case in point • goed voorbeeldhe's a real case • hij is echt geschift(just) in case • voor het geval datin case of • in geval van, voor het geval datin the case of • met betrekking totin any/no case • in elk/geen gevalit's (not) the case • het is (niet) waar/het gevalsuch being the case • in het licht daarvanin this/that case • in dit/dat gevalthree cases of measles • drie gevallen van mazelenas the case may be • afhankelijk van de situatie/omstandigheden2 have a strong case • er goed/sterk voor staanmake (out) one's case • aantonen dat men gelijk heeftput the case (that) • opperen/voorstellen (om te)the case for the defendant • het pleidooi ten gunste van de beklaagdehave no case • geen been hebben om op te staanleading case • precedentmy case is to be heard today • mijn zaak komt vandaag voor————————case2〈 werkwoord〉1 voorzien van een omhulsel/doos ⇒ insluiten, vatten
См. также в других словарях:
make out — [v1] see, recognize detect, discern, discover, distinguish, espy, notice, observe, perceive, remark; concept 626 Ant. fail make out [v2] understand accept, catch, collect, compass, comprehend, conclude, decipher, deduce, deduct, derive, dig,… … New thesaurus
make out — (v.) c.1600, get along, from MAKE (Cf. make) (v.) + OUT (Cf. out). Sense of understand is from 1640s; sexual sense first recorded 1939 … Etymology dictionary
make out — ► make out 1) manage with difficulty to see, hear, or understand. 2) represent as or pretend. 3) draw up (a list or document). 4) informal make progress; fare. Main Entry: ↑make … English terms dictionary
make out — index detect, discern (detect with the senses), hear (perceive by ear), note (notice), perceive, pierce (discern) … Law dictionary
make out — 1) PHRASAL VERB If you make something out, you manage with difficulty to see or hear it. [V P n (not pron)] I could just make out a tall, pale, shadowy figure tramping through the undergrowth... [V n P] She thought she heard a name. She couldn t… … English dictionary
make out — verb 1. detect with the senses (Freq. 8) The fleeing convicts were picked out of the darkness by the watchful prison guards I can t make out the faces in this photograph • Syn: ↑spot, ↑recognize, ↑recognise, ↑distinguish, ↑ … Useful english dictionary
make out — phrasal verb Word forms make out : present tense I/you/we/they make out he/she/it makes out present participle making out past tense made out past participle made out 1) a) [transitive] to see, hear, or understand someone or something with… … English dictionary
make out — {v.} 1. To write the facts asked for (as in an application blank or a report form); fill out. * /The teacher made out the report cards and gave them to the students to take home./ * /Mrs. Smith gave the clerk in the store some money and the clerk … Dictionary of American idioms
make out — {v.} 1. To write the facts asked for (as in an application blank or a report form); fill out. * /The teacher made out the report cards and gave them to the students to take home./ * /Mrs. Smith gave the clerk in the store some money and the clerk … Dictionary of American idioms
make\ out — v 1. To write the facts asked for (as in an application blank or a report form); fill out. The teacher made out the report cards and gave them to the students to take home. Mrs. Smith gave the clerk in the store some money and the clerk made out… … Словарь американских идиом
make out — 1) do, progress How did you make out at your job interview yesterday? 2) understand, interpret I can never make out what he wants to say when he phones me. 3) distinguish, identify The ship captain couldn t make out the other boat because of the… … Idioms and examples